-6- De heer MARIJNISSENWij zijn in feite voor en tegen. De gehele problematiek moet in zijn algemeenheid gezien worden omdat er waarschijnlijk meer van dergelijke verzoeken zullen komen. Het college dient als dagelijks bestuur de provincie ervan te overtuigen dat er voor de gedupeerden van de omleiding van de rijksweg een versoepeld beleid zou moeten gelden. VOORZITTER: Een van de voorwaarden waaronder wij hebben meegewerkt aan de omleiding van de Rijksweg A-58 was dat er zoveel mogelijk mensen in de gelegenheid dienden te worden gesteld terug te kunnen bouwen in het buitengebied. Dit in tegenstelling tot de opvatting van de gemeenteraad van de gemeente Etten-Leur. Dit is ook meerdere malen bij de provincie naar voren gebracht. Omdat de provincie hieraan niet mee wenste te werken hebben wij samen met Rijkswaterstaat contact gezocht met het college van Etten-Leur. Het standpunt van Etten-Leur was echter bekend en men bleef daar van mening dat er geen versoepeld beleid gevoerd zou moeten worden. Verder hebben wij overleg gevoerd met gedeputeerde Brugman en enkele ambtenaren van de provincie. Hoewel niet geheel tot onze tevredenheid werd de handreiking gedaan te bouwen in een bepaalde cluster en zoveel mogelijk opvullen van open gaten. Men was echter niet bereid om verder te gaan. Het zou echter ook geen goede zaak zijn om de mensen maar een plek te laten uitkiezen waaraan zij de voorkeur geven. Dit zou zeker tot een aantasting van het buitengebied leiden. Daarnaast dient bedacht te worden dat de mensen niet om een omleiding over hun grond gevraagd hebben. Wij zullen danook blijven proberen de provincie op andere gedachten te brengen. Indien onze verzoeken niet door andere instanties zoals Rijkswaterstaat ondersteund zullen worden dan vrees ik de provincie niet op andere gedachten te brengen zal zijn. Rijkswaterstaat zal straks misschien wel ervaren dat het steeds moeilijker wordt om de panden te verwerven indien er geen mogelijkheden tot herbouw zijn. Wellicht dat zij dan hun invloed bij de provincie zullen aanwenden. Ik verwacht ook dat wij meer van dergelijke verzoeken zullen krijgen. Het telkens weer nemen van aparte voorbereidingsbesluiten zou zeker leiden tot grote irritatie bij het provinciebestuur. Verder dienen wij ook onze ambtenaren niet te belasten met het voorbereiden van kansloze besluiten vanwege de grote hoeveelheid werk die ermee is gemoeid. Een voorbereidingsbesluit voor de Luienhoeksestraat is kansloos omdat de coördinator landelijk gebied de situatie ter plekke heeft bezien en van mening was dat het niet aan de criteria van be provincie voldeed. Ik raad uw raad aan conform het voorstel te besluiten. De heer ERMEN: Wij staan in principe volledig achter uw standpunten. U heeft een zekere soepelheid van de provincie bewerkstelligd. Ook wij zijn van mening dat we deze zaak in verband met precedentwerking in zijn totaliteit moeten bezien. Nu wij ook de argumenten van andere fracties gehoord hebben, hebben wij echter onze twijfels aangaande de redelijkheid en billijkheid. Deze mensen hebben in feite niet gevraagd om deze omleiding. U bent er nogal zeker van dat een artikel 19 procedure in dit geval zinloos zou zijn. In het verleden hebben wij bij twijfel de aanvrager nogaleens het voordeel van de

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1990 | | pagina 79