- 5 - De heer ERMEN: Wij zijn het met de wethouder eens dat het geen goede zaak is dat een vereniging die via aktiviteiten middelen weet te verwerven hiervoor min of meer gestraft wordt. Wij willen echter de beide subsidiemogelijkheden, budgetsubsidie en exploitatiesubsidie, openhouden. Voor wat het na te streven exploitatiecijfer van b.v. 45% betreft, blijft het C.D.A. van mening dat de mogelijkheid tot vaste reclame serieus in over weging genomen dient te worden. Ten aanzien van de exploitaite van de sportzaal zijn wij toch een iets andere mening toege daan dan de R.V.P., al moeten daarbij dan wel commerciële tarieven gehanteerd worden. Uit informatie hebben wij vernomen dat er een vergelijking gemaakt zou worden tussen de zgn. "kale huur" exclusief energiekosten en de huurprijs van sport velden. Is deze vergelijking reeds aan de verenigingen toege stuurd en is hierop al een reactie ontvangen? De heer SPRENKELS: De gemeente voert dan misschien wel een minima-beleid, maar van dit beleid profiteren ook de hogere inkomens. Wij betreuren het dan ook dat de overige fracties niet achter het voorstel van de P.v.d.A. staan. De heer VISSENBERG: Wethouder Schijven zegt dat de heer Sprenkels van de P.v.d.A. voor het eerst tijdens zijn wethou derschap om een nieuwe sportnota heeft gevraagd. De Vrije Lijst had hierom echter al een aantal jaren eerder gevraagd. Toen werd echter steeds geantwoord dat de toenmalige sportnota nog steeds aktueel was. De fracties van de V.V.D., R.V.P. en het C.D.A. vragen tijdens de algemene beschouwingen in 1989 om een nieuwe sportnota en een halfjaar later is deze een feit. Het is weliswaar een goede nota, maar dat mag dan ook wel na 7 j aar De heer BROUWERS: In de jaren zeventig en tachtig zat niemand, en zeker de sportverenigingen niet, verlegen om een nieuwe sportnota. Wanneer de Vrije Lijst stelt dat de regerende partijen niet achter de voorstellen van de oppositie staan, dan mogen de sportverenigingen hier wel blij om zijn, want wanneer het aan de oppositie had gelegen had het gehele Vijfsprongcomplex waarschijnlijk niet eens bestaan. Wethouder SCHIJVEN: Ten aanzien van de subsidiëring van jeugd verenigingen moet gesteld worden dat er nog een totaal subsi- dievoorstel zal worden opgesteld. Momenteel worden beide moge lijkheden, budgetsubsidie en subsidie per lid, open gehouden. Ik ben nog steeds van mening dat grote voorzichtigheid betracht moet worden met betrekking tot het aanbrengen van vaste reclame in de sporthal. Bij tal van buitenvoorzieningen is vaste reclame aangebracht en het blijkt voor verenigingen toch moeilijk te zijn om incidentele reclame te maken. De vergelijking waar de heer Ermen over sprak had betrekking op de onderbouwing van de investeringen voor de sportvelden. Deze is aan de verenigingen toegestuurd en voor zover mij bekend is hierop nog geen reactie ontvangen. Met betrekking tot het minima-beleid moet worden opgemerkt dat er toch bepaalde tarieven moeten worden vastgesteld. Je kunt moeilijk verwachten dat aan de kassa van een bepaalde voorzie ning gevraagd wordt wat het inkomen van de desbetreffende persoon is om daar de tarieven op af te stemmen.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1990 | | pagina 67