- 8 - De heer VAN DER MEIJS: Wij zijn wel voor een meer dan trend matige verhoging maar dan iets geleidelijker dan ineens een verhoging met 9%. -ui Wethouder KONINGS: Wij blijven voorstander van een inhaal manoeuvre conform het raadsbesluit van juni 1988 om de staan gelden per 1 juli op het niveau te brengen dat van rijkswege wordt aangegeven. Daarna zullen de verhogingen wel trendmatig zijn. Het innen van staangelden bij woonwagenbewoners is een probleem. Het inningspercentage in Rucphen valt echter nog mee in vergelijking met andere gemeenten. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel met uitzondering van de aanwezige leden van de Vrije Lijst en de P.v.d.A. in RpUeninp 1988 Voorstel tot voorlopige vaststelling van de rekening van het 20. Rekeng gemeentelijk grondbedrijf en van de rekening van de algemene dienst over het jaar 1988 De heer VAN DER MEIJS: De suggestie van de P.v.d.A. om van het bedrag van f 300.000, dat u ten laste van de saldireserve wilt brengen, alsnog f 30.000,— te besteden aan vergoeding van verhuis- en inrichtingskosten voor huurders zou in uw college besproken worden. Het bestuur van de Woningstichting is immers niet van plan om deze kosten te vergoeden. Mede naar aanleiding van vragen van het C.D.A. onderschrijft ons inziens uw college een tegemoetkoming in deze kosten voor huurders. Wat is nu uw standpunt? Wethouder KONINGS: In de commissievergadering heb ik reeds verwoord dat het hoogst onwaarschijnlijk zou zijn dat het college zijn standpunt zou wijzigen. Dat is ook niet gebeurd. VOORZITTER: Tijdens de vergadering van de commissie bestuur lijke zaken heb ik reeds medegedeeld dat in het gesprek met de Woningstichting twee aspecten zijn belicht. Het bestuur van de W.S.R. wees ons erop dat wij niet alleen te maken hebben met groot onderhoud maar ook met periodiek onderhoud. Het komt voor dat periodiek onderhoud ingrijpender is voor bewoners dan het groot onderhoud. Bij periodiek onderhoud wordt geen vergoeding gegeven. Vanwege de rechtvaardigheid kan dit dan ook bij groot onderhoud beter achterwege blijven. Bovendien wees de voorzitter van de W.S.R. er op dat, in het geval er werkelijk schade geleden wordt door de bewoners bij onder houdswerkzaamheden, de schade wordt vergoed. Het bovenstaande in overweging nemend hebben wij besloten hiertoe geen gelden beschikbaar te stellen. De heer VAN DER MEIJS: U verschuift de verantwoordelijkheid naar de Woningstichting. Voor veel mensen betekent het een grote tegenvaller dat u hen in de steek laat. De heer ERMEN: In een vorige vergadering hebben wij u gevraagd genoemde kwestie met de Woningstichting te overleggen. De relatie met betrekking tot dit agendapunt is mij niet duide lijk. Wij zullen ons verder over deze zaak beraden. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1990 | | pagina 60