- 5 -
zou kunnen komen indien hij de situatie ter plaatse zou
bezien.
De heer VISSENBERG: Wij zijn tegen dit voorstel. De heer Rokx
maakt een woning vrij hetgeen mede voorziet in de woning
behoefte te St .WillebrordWij hebben de laatste tijd al
zoveel bestemmingsplannen gewijzigd en voorbereidingsbesluiten
getroffen dat deze wijziging er ook nog wel bij kan. U stelt
dat Rucphen onmogelijk aan het verzoek van de heer Rokx kan
voldoen. Het is echter ook niet mogelijk om een burgerwoning
op een industrieterrein te bouwen maar dat is tot nu toe toch
al twee maal voorgekomen. Wij hebben het zelfs klaargespeeld
om in de groenstrook tussen Sprundel en St.Willebrord een
bedrijf te laten vestigen. M.i. dient ook voor het perceel aan
de Irenestraat een uitzondering te worden gemaakt.
VOORZITTER: De Irenestraat vraagt opnieuw onze aandacht. Zou
deze aanvraag de eerste zijn dan zouden wij wellicht een voor-
bereidingsbes1 uit kunnen treffen in de hoop dat de provincie
een verklaring van geen bezwaar zou afgeven. Wij hebben de
provincie echter al zoveel malen met dergelijke verzoeken
benaderd dat wij er in dit geval van af moeten zien. Het heeft
geen zin als querulant te boek te staan. Wij weten immers dat
gedeputeerde staten geen verklaring van geen bezwaar zullen
afgeven. Ik geef toe dat het ruimtelijke ordeningsbeleid voor
de burger soms onbegrijpelijk kan overkomen.
Wij zijn met de provincie in onderhandeling om voor degenen
die hun grond moeten afstaan t.b.v. de omleiding van de A-58
een oplossing te vinden. Dit verloopt echter zeer moeizaam. De
heer Brugman was echter wel ontvankelijk voor een aantal van
onze argumenten. Hij wil samen zoeken naar een oplossing. Het
zal echter niet toegestaan worden dat kris-kras in het buiten
gebied zal worden gebouwd. Het zal in vorm van een cluster
dienen te geschieden. Overigens dient niet de heer Brugman te
beslissen maar het college van gedeputeerde staten waarvan hij
lid is.
Het feit dat de heer Rokx een huurwoning achterlaat is geen
argument om bebouwing in het buitengebied toe te staan.
De heer VISSENBERG: Ik hoop dat de familie Rokx een arob-
procedure zal starten waarbij zij evenveel steun van uw
college krijgt als het hoveniersbedrijf aan de Ettenseweg.
De heer BROUWERS: Ik heb eerder gesteld dat de onmogelijkheid
om daar te bouwen onbegrijpelijk is voor iemand die de wette
lijke bepalingen ter zake niet kent. Ik neem echter aan dat
een raadslid wel hiervan op de hoogte moet zijn. Voor hem of
haar zal het dan niet onbegrijpelijk over dienen te komen.
Voor de familie Rokx alleen kunnen wij niets doen. M.i. zal
wel bezien moeten worden of er voor de gedupeerden van de
omleiding A-58 huisvesting te regelen valt in de buurt van de
Irenestraat. Misschien kan op die manier ook de familie Rokx
geholpen worden.
De heer VAN DER MEIJSIk vind de woorden van de heer Brouwers
zeer raar klinken omdat hij in het verleden altijd voorstander
was van het nemen van voorbereidingsbesluiten ook waar het
niet mogelijk was. Het nemen van een voorbereidingsbesluit
voor het betreffende perceel aan de Irenestraat heeft geen zin
omdat de provincie geen verklaring van geen bezwaar zal af-