- 2 -
Beleidskader Voorstel tot het vaststellen van het:
welzijnswerk - beleidskader welzijnswerk 1990-1993;
1990/1993 - Welzijnsprogrammma 1990
Welzijnspro-
gramma 1990 De heer V.D. MEIJS: De P.v.d.A. heeft reeds in de commissie te ken-
nen gegeven akkoord te gaan met het voorstel. Wij verwijzen dan ook
naar de in de commissie gemaakte opmerkingen.
De heer ERMEN: Een beleidskader is een bestuurlijk kader dat de
hoofdlijnen van het beleid weergeeft waarvoor de gemeenteraad zich
voor de komende periode verantwoordelijk stelt. De C.D.A.-fractie
is dan ook van mening dat een dergelijk beleidskader dient te wor
den vastgesteld door de nieuwgekozen raad. Wij pleiten in dat ver
band voor de periode 1991/1994. Ons inziens zijn daar geen bezwaren
tegen, omdat het welzijnsprogramma voor 1990 vanavond wordt vastge
steld. Met betrekking tot de inhoud van het beleidskader steunt het
C.D.A. het voornemen om sport en recreatie deel uit te laten maken
van de totale welzijnsplanning. Wij zijn akkoord met de beleids
bepalende rol van de gemeente op voorwaarde dat de gemeente zich
terughoudend opstelt. Een kwaliteitstoetsing wordt door ons wel
noodzakelijk gevonden. Voorts acht het C.D.A. de bevordering van
eigen initiatief en verantwoordelijkheid van de burgers van funda
menteel belang. Wij pleiten in dat verband dan ook vurig voor een
spoedige realisatie van de budgetsystematiek. Wanneer kan naar uw
oordeel het onderzoek naar de haalbaarheid van centralisatie van
het welzijnswerk per kerkdorp worden afgerond?
Ten aanzien van de bibliotheekvoorziening vindt het college het de
moeite waard om een onderzoek in te stellen naar de haalbaarheid
van permanente voorzieningen in de dorpen Schijf en Zegge in de
vorm van dependances. Regionaal is er echter een sterke tendens te
bespeuren om dependances af te stoten.
Het C.D.A. wil best de intentie uitspreken om het welzijnsbudget
voor de periode 1990-1993 te garanderen. Zoals bekend is naar onze
mening geen keiharde garantie te geven. Wij zijn dan ook blij met
de uitspraak van het college dat een en ander gezien moet worden
als een intentieverklaring.
Ten aanzien van het welzijnsprogramma vinden wij de argumenten om
kinderopvang onder te brengen bij de S.M.D., niet geheel duide
lijk. Wij vragen ons af welke deskundigheid inzake deze materie bij
de S.M.D. aanwezig is en op welke functies binnen de S.M.D. de
kinderopvang kan aansluiten.
Zoals bekend is de C.D.A.-fractie het nog steeds volstrekt oneens
met de subsidiesystematiek inzake de amateuristische kunstbeoefe
ning. In de commissie welzijn is dit punt weer uitvoerig aan de
orde geweest, maar uw uitleg heeft ons echter niet kunnen over
tuigen. Integendeel zelfs. De toezegging om alsnog een tegemoet
koming te verlenen in de opleidingskosten van leerlingen biedt naar
ons oordeel geen structurele oplossing. De desbetreffende evaluatie
wordt door ons dan ook met extra belangstelling tegemoet gezien.
De Stichting Gezinsvervangend Tehuis heeft gevraagd om een voor
schotsubsidie in afwachting van eventueel toe te kennen subsidies
via andere kanalen. Is het college bereid hieraan tegemoet te
komen?