3 De heer VAN DER MEIJS: Tijdens de commissievergadering waren 3 fracties, nl. Vrije Lijst, C.D.A. en P.v.d.A., tegen dit voorstel. Hoe heeft u college hierna gehandeld? Wethouder KONINGS: Het standpunt van het college heb ik reeds in de commissie financiën verwoord. Dit standpunt blijft ongewijzigd. De schenking moet in het algemeen belang zijn en er mogen geen bezwarende omstandigheden bestaan. De heer VAN DER MEIJS: Wij blijven tegen het voorstel. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel m.u.v. de leden van de P.v.d.A. 13. Art 37 R.v.O. Vragen gesteld ingevolge artikel 37 Reglement van Orde voor de raadsvergaderingen De heer VISSENBERG: Tijdens de vergadering van de commissie Openbare Werken en Milieu van dinsdag 20 november jl. werd de gemeentelijke milieuprijs 1990 uitgereikt. Reeds in de com missievergadering van oktober is hierdoor een advies aan uw college uitgebracht. Heeft uw college dit advies overgenomen of bent u hiervan afgeweken? Indien u van het advies bent afgeweken kunt u dan de reden hiertoe aangeven? Wethouder VERPAALEN: Wij hebben het advies van de commissie overgenomen. De beantwoording van het tweede gedeelte van de vraag kan achterwege blijven. De heer VAN DER MEIJS: Wij vinden de uitreiking van een milieuprijs een goed initiatief. Wel vonden wij het gebeuren tijdens de commissievergadering een karige "happening". Wij vragen u danook concrete plannen te ontwikkelen voor een bredere opzet van de milieuprijsuitreiking die meer aan spreekt voor de betrokkenen. Wethouder VERPAALEN: Zoals bekend was het de eerste keer dat deze prijs werd uitgereikt en het was ook voor ons college een kwestie van ervaring opdoen met de gekozen opzet. Er wordt op gewezen dat een en ander volledig uitgevoerd is volgens de procedure zoals die werd vastgesteld in het besluit van uw raad waarbij de milieuprijs werd ingesteld. Het is natuurlijk altijd mogelijk om van een prijsuitreiking een happening te maken. Maar dat is niet het doel van de milieuprijs en het is evenmin wat ons voor ogen staat. Waar het om gaat is dat extra aandacht wordt geschonken aan voor het milieu positieve zaken. Wij menen daarin toch wel te zijn geslaagd - mede gelet op de aandacht voor het gebeuren door de pers en de kabelkrant - maar wij staan altijd open voor suggesties waardoor een groter effect bereikt kan worden.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1990 | | pagina 264