- 83 -
d. 3e termijn raad Korte reactie van de raadsfracties (3e termijn)
De heer ERMEN: De beloningsdifferentiatie blijft voor ons
onduidelijk. Uiteraard is f 37.800,— structureel beschik
baar. De extra beloning behoeft niet structureel door te
werken; je kunt dit van jaar tot jaar bezien.
Wij realiseren ons terdege dat een aantal investeringen en
activiteiten m.b .t de automatisering doorlopen in 1991. In
het investeringsprogranma wordt echter als toelichting
gegeven! een verdere ontwikkeling van de G.B.A., integratie
van diverse basisadministraties, uitbreiding van het aantal
P.C.'s, ontwikkeling van een P. C-netwerk, vervanging afge
schreven computerapparatuur en beveiligingsmaatregelen. Aan
een groot aantal van de zojuist genoemde investeringen dient
een informatieplan vooraf te gaan. De f 100.000, zijn onvol
doende onderbouwd
Op pagina 8 van het welzijnsprogramma voor 1990 staat dat in
de begroting een uitbreiding van de formatie is opgenomen van
18 uur voor het bibliotheekwerk. De kosten hiervan bedragen
f 24.000,Die 18 uur zijn geraamd bovenop de reguliere
formatie plus 18 uur in verband met onderwijsvoorrang. Er
wordt voor gekozen in 1990 een extra subsidie uit te trekken
van f 23.000,voor het uitbreiden van de thans beschikbare
reguliere formatie met 18 uur. Die uitbreiding geldt dus voor
het jaar 1990. Dit staat onder het hoofdstuk bibliotheekwerk
en niet bij de maatschappelijke dienstverlening. De inves
tering voor de automatisering zal serviceverhogend kunnen
werken. Wij zijn voor reservering maar wij zijn het niet eens
met investeringen die kunnen oplopen tot f 200.000, of
f 300.000,— of zelfs f 500.000,—. Wij gaan accoord met laag
drempeligheid maar dan moeten ook de kosten beperkt worden. De
verhouding tussen kosten en baten is erg scheef.
Wij hopen dat de kinderopvang met de rijksgelden bekostigd kan
worden. De eigen bijdragen van ouders zijn ook behoorlijk.
Zijn de accountantskosten in het kader van de experimentenpot
constant of variëren die ook.
Wij hebben alle respect voor de zelfstandigheid van de Back
hands maar wij merken wel op dat tegenover de huisvestings
kosten ook de exploitatie van een eigen kantine staat.
Wij zijn blij dat er t .a .vhet baanlozenprojeet een nadere
bezinning zal komen. Ik vraag u daarom ook hierover overleg te
voeren met ons eigen beroepsonderwijs.
Wij hebben begrepen dat uw college bereid is de gevoelens van
deze raad voor het opnemen van een fietspad aan de Kozijnen-
hoek voor 1992 op het investeringsprogramma te zetten. Wij
zullen hiertoe een motie indienen om van uw college een duide
lijke uitspraak te krijgen.
De VOORZITTER leest de motie voor:
"De raad van de gemeente Rucphen
in vergadering bijeen op 29 oktober 1990,
kennis genomen hebbend van de reactie van uw college,
overwegende dat de overgrote meerderheid van de raad voorrang
wil verlenen aan de aanleg van een fietspad langs de Kozijnen-
hoek,