- 46 -
ONDERWERP: Speelgelegenheid Vijverstraat
ANTWOORD:
Ons college stelt zich op het standpunt dat thans niet meer
aan de orde kan zijn of de speelgelegenheid aan de Vijver
straat wel of niet gerealiseerd moet worden. Middels het
beschikbaarstellen van een krediet in uw vergadering van
28 juni 1988 heeft de raad zich in principe uitgesproken dat
een speelgelegenheid aldaar wenselijk is.
Ons college is van mening dat - vanwege een tegenvallende
subsidie van de stichting Jantje Beton en prijsstijgingen
het verstrekken van een extra krediet verantwoord is
Op het oorspronkelijke plan heeft men eerst ca. f 20.000,-
bezuinigd en op het voorliggende nog eens f 10.000,
Bovendien vinden wij dat niet—invulling van het terrein
- midden in de kom van St.Willebrord - niet past.
Op deze wijze wordt een acceptabele - zeker geen luxe - invul
ling van het terrein bevorderd.
Ook het college is voorstander van het opnemen van speelgele-
genheden in de nieuwe wijken. Dit blijkt uit het bestaande^
beleid om in exploitatie-opzetten van bestemmingsplannen mid
delen op te nemen voor de realisatie van kleine speelgelegen
heden in de betreffende wijken.
ONDERWERP: Tarieven tennisbanen en tafeltenniszaal
ANTWOORD:
In de nota sportbeleid is uitgebreid op de beleidsuitgangs
punten van het tarievenbeleid in het algemeen en per accommo
datie ingegaan.
Het nieuwe beleid is mede het gevolg van het regelmatig door
uw raad geconstateerde "onrechtvaardige" verschil tussen de
tarieven van de sportvelden en de overige sportaccommodaties.
In het algemeen kan derhalve worden gesteld dat elke extra
verhoging van de overige sporttarieven - boven het gestelde in
de nota sportbeleid - het verschil wederom groter maakt.
Indien van gelijkberechtiging en een gemiddeld dekkingspercen
tage van 66% wordt uitgegaan dan zouden de nu vastgestelde
tarieven voor de veldsporten veel hoger moeten zijn dan thans
is voorgesteld (f 6.300,— per veld/perjaar)
Met andere woorden de veldsporten zijn nog steeds zeer bevoor
deeld ten opzichte van de overige sporten.
Ten aanzien van de huur van het tennispark kan worden gesteld
dat bij een jaarlijkse verhoging van de huur met 2% het dek
kingspercentage (66%) in 1994 wordt gehaald. Een hogere
tariefsverhoging is gelet op de uitgangspunten niet rechtvaar
dig en tegenstrijdig aan het onlangs vastgestelde beleid.