- 7 - Terecht stel u zich ten doel de komende vier jaar gemiddeld per jaar 71 hinderwetvergunningen te verlenen, 21 meldingen hinderwet te verwerken alsmede 53 kennisgevingen van lozingen. Ook aan het controle-aspect wordt de komende jaren volgens de plannen waar wij nu een oordeel over moeten vellen forse aandacht besteed met voor de komende vier jaar gemiddeld 238 controles. Wij hebben met zijn allen de mond vol over het milieu maar laten het vervolgens "gewoon" mislopen. Laten wij daarvoor als gehele raad het boetekleed aantrekken en er de les uit leren dat het zo niet moet. Het is laat, maar nog niet te laat. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Wij wisten het niet, zult u zeggen als collega-raadsleden. Inderdaad. Maar ik neem aan dat uw college wel op de hoogte was en dus verantwoordelijkheden heeft laten liggen. Willens en wetens taken nalaten is een ernstig falen en wij nemen dit uw college, maar ook vroegere colleges bijzonder kwalijk. Met de thans voorliggende nota en het hinderwetuitvoerings- programma, wat daarmee kennelijk wordt vastgesteld, gaan wij beleidmatig toe naar een optimale situatie. Maar ook op overige milieuaspecten hebben wij verantwoordelijk heden laten liggen. Denk bijvoorbeeld maar eens aan het herstel van de riolering waar we vanavond weer forse uitgaven voor doen en het terugbrengen van de afvalberg. Hoe we de komende jaren als gemeente Rucphen om moeten gaan met onze milieutaken dient tot uitdrukking te komen in een milieube leidsplan. Zo veel mogelijk aspecten van het milieubeleid dienen daarin belicht te worden. We doen dat immers ook met bijvoorbeeld het welzijnsgebeuren. Enkele vragen die in dat kader aandacht moeten krijgen zijn bijvoorbeeld: - hoe groot is de schade aan het leefmilieu in onze gemeente op dit moment? - hoe zit het met de daadwerkelijke bescherming van natuur en land schap na vaststelling van onze dure bestemmingsplannen Rucphense Bossen en Buitengebied? - wat doen we met bedrijven die tientallen jaren zonder of met een niet actuele vergunning hebben gewerkt en vervuild hebben? - hoe zit het met intensieve veehouderijen en hun amoniakuitstoot en wat is het beleid ten aanzien van die categorie veehouderijen die vallen binnen de anti-verzuringswet? Hoe zal dat betaald moeten worden? Ook daar hebben wij een oplos sing voor bedacht. Naar ons idee dienen de bedragen die in de legesverordening staan op het gebied van de hinderwet, en ik spreek dan heel concreet over artikel 31 en 32, alsmede de bedragen in tabel 1 op korte termijn aanzienlijk te worden verhoogd. Wij scheppen dan de financiële basis om het probleem dat wij zelf hebben geschapen, maar waarvan het bedrijfsleven jarenlang de vruchten heeft geplukt, te lijf te gaan. De heer VAN MIERT: Ten eerste wil ik opmerken dat de voltallige V.V.D.-fractie zich distantieert van de geuite beschuldigingen aan het adres van dit college en vorige colleges. De V.V.D. kan grotendeels instemmen met de nota. Wij hebben echter wel bedenkingen tegen het te zijner tijd verhogen van de onroerend-goedbelasting met 12%. Wij verzoeken het college dan ook om in eerste instantie het profijtbeginsel toe te passen middels het eventueel verhogen van de leges

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1990 | | pagina 20