- 6 -
werden dit soort zaken aan de orde gesteld. De commissie milieu
zaken werd opgeheven maar de problemen zijn er nog steeds. Wij
worden nu met de neus op de feiten gedrukt.
Ook de Natuurwerkgroep gemeente Rucphen heeft de afgelopen jaren
nogal eens de vinger op de zere plek gelegd. De laatste keer nog
eind januari met een brief waarin gevraagd wordt om, nu de garage
bedrijven in het kader van de hinderwet aan de beurt zijn geweest,
ook eens stil te staan bij loon—, grondwerk- en landbouwmechanisa-
tiebedrijven en dan met name te letten op de plaatsen waar brand
stof werd en wordt bijgevuld. Dat laatste is recent weer actueel
geworden toen onderzoek bij een benzinestation in Schijf uitwees
dat er sprake is van een dusdanige verontreiniging dat er sanering
dient plaats te vinden.
Zonder stemming te kweken lijkt het ons goed dat er steeksproefge-
wijs ook een onderzoek plaatsvindt bij een nog bestaand én bij een
inmiddels opgeheven benzinestation om te beoordelen of er sprake is
van een incident.
Van verschillende kanten is de afgelopen jaren aangedrongen op een
actiever milieubeleid in onze gemeente. Steeds werd daarop door uw
college gereageerd dat we op de goede weg waren en dat het allemaal
wel meeviel. Voor heel veel doelen was er geld, maar het milieu
werd sluitpost bij de begroting. Op die manier is het eigenlijk
geen kunst om de belastingdruk laag te houden.
Bovendien zijn het de ondernemers die mooi weer spelen met het feit
dat de gemeenten het niet zo nauw nemen met milieuvergunningen en
de controle daarop. Bedrijven hebben op die manier jarenlang gepro
fiteerd omdat zij bepaalde uitgaven niet of slechts in beperkte
mate hoefden te doen.
Uiteraard zijn het in onze visie vervolgens de ondernemers en
bedrijven die de rekening moeten betalen en niet de burger.
De P.v.d.A. is derhalve van mening dat niet de onroerend-goedbe-
lasting met 15% moet worden verhoogd, maar dat de kosten van dit
voorstel grotendeels via de leges moeten terugkomen die door het
bedrijfsleven betaald dienen te worden.
Vervolgens wil ik even stil staan bij de cijfers die uit het
rapport van bureau Berenschot en uit het aanvraagformulier voor de
subsidie-aanvrage bij het ministerie van V.R.O.M. blijken. Het
blijkt dat in Roosendaal en omgeving gemiddeld 56% van de hinder-
wetplichtige bedrijven daadwerkelijk over een hinderwetvergunning
beschikt. In Rucphen is dat zelfs 67%. Deze vergelijking valt
minder rooskleurig uit als wij hierbij de kleinere gemeenten
betrekken. Rucphen is dan de slechtste op dit gebied. Het blijkt
dat van de 56% bedrijven, die daadwerkelijk over een hinderwetver
gunning beschikken, er slechts 18% over een actuele vergunning
beschikt. Voor de rest is de vergunning 10 jaar of langer geleden
afgegeven
Uit het rapport van bureau Berenschot blijkt dat in onze gemeente
het toereikend vergunningenbestand op 200 inrichtingen gesteld kan
worden. Op een aantal van 590 blijvend vergunningplichtigen en een
aantal meldingsplichtigen van 320 is dat bijna 22% op dit moment.
Zetten wij dit naast het feit dat in 1988 slechts 20% van de
inrichtingen een toereikende hinderwetvergunning had, dan blijkt
dat als wij in het huidige tempo doorgaan pas rond het jaar 2029 op
100% zitten.