- 20 - ONDERWERP: Richtgetallen-voortgang bestemmingsplannen ANTWOORD: C.D.A. Zoals bekend is vorig jaar het bericht gekomen van gedepu- R.V.P. teerde staten dat de richtgetallen voor de woningbouw in onze P.v.d.A. gemeente ingrijpend zijn gewijzigd. De wijziging hield prak tisch een halvering in van de in de gemeentelijke Volkshuis vestingsnota vastgestelde planning, waarover nota bene overeenstemming was met de provincie. Wij hebben ernstig bezwaar gemaakt tegen deze gang van zaken. Tot nu toe evenwel zonder merkbaar resultaat. Tegen de nieuwe richtgetallen voor 1991 en volgende welke ons onlangs weer zijn medegedeeld en die wederom lager uitvallen, is opnieuw bezwaar gemaakt, waar bij met name is aangedrongen op een overgangsmaatregel. Het gaat te ver om hier op de gewijzigde systematiek van planning van de provincie in te gaan. Duidelijk mag zijn dat wij van mening zijn dat de provincie met haar plotselinge beleids wijziging zonder de ingrijpende gevolgen voor (sommige van de) gemeenten te temporiseren in strijd heeft gehandeld met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Wij zijn nog steeds hoopvol gestemd over een eventuele aanpas sing van onze contingenten. Wij hopen dat onze argumenten sterk genoeg zijn om de provincie te kunnen overtuigen. Overigens is ons uit stukken van de Regionale Volkshuisves ting sconmiss ie duidelijk geworden dat een regionale correctie van de richtgetallen zelf niet mogelijk is. Wij handhaven derhalve onze bezwaren ten einde een zodanige aanpassing te verkrijgen van de richtgetallen dat wij ook op termijn in voldoende mate kunnen voldoen aan de in onze gemeente bestaande reële woningbehoefte. Een en ander levert uiteraard wel de nodige problemen op bij de voortgang van de planning van woningbouwcapaciteit. Ener zijds is het noodzakelijk om over voldoende bouwgrond te beschikken, als blijkt dat de richtgetallen kunnen worden bijgesteld, anderzijds dienen we terughoudend te zijn bij het reserveren van bouwgrondcapaciteit; wanneer de resultaten toch tegen zouden vallen. Dit vereist een zorgvuldig beleid op dit punt U kunt ervan uitgaan dat wij zullen trachten binnen dit spanningsveld zo zorgvuldig mogelijk te handelen. In dit kader past overigens ook een opmerking over eventuele leegstand van huurwoningen in onze gemeente. Reeds enige tijd geleden is uw raad medegedeeld dat de frictie-leegstand van huurwoningen in onze gemeente minder dan 2% bedraagt. Dat is minder dan het landelijk gemiddelde, zodat leegstand niet aan de orde is

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1990 | | pagina 187