- 4 - Het is de bedoeling dat er een platform wordt ingesteld dat bestaat uit de portefeuillehouders economische zaken en onderwijs van alle aangesloten gemeenten binnen het streekgewestDoor het grote aan tal vertegenwoordigers kan men inderdaad spreken van een "log apparaat". Ik zou mij echter kunnen voorstellen dat er straks één persoon per gemeente wordt afgevaardigd (i.e. 18 plus één vertegen woordiger van het streekgewest). Dit komt de besluitvorming ten goede. In de notitie wordt verder ingegaan op een eventueel stem recht binnen het platform (b.v. één stem per gemeente). De werk wijze is duidelijk omschreven in de reeds genoemde notitie van het streekgewest. In de laatste gewestraadsvergadering heeft geen enkele gemeente het woord gevoerd over dit onderwerp. Ik ben nauw betrokken bij de arbeidsvoorziening. Er heeft reeds op 6 maart 1989 een vooroverleg plaatsgevonden waar alle portefeuillehouders binnen het streekgewest waren vertegenwoordigd. Tijdens die bijeenkomst zijn er door onze voorzitter en mijzelf diverse zaken naar voren gebracht. Men was en men is van mening dat de coördinerende en iërende taken bij het streekgewest thuishoren om de gemeenten t.a.v. de R.B.A.-vorming op één lijn te krijgen. De verwachting is dat e.e.a. voor 1 juli a.s. zijn beslag zal krijgen. Wij dienen hierin de wetgeving te volgen. Ook de andere geledingen in het R.B.A. (de werknemers en werkgevers) zijn met de invulling nog niet gereed. Verder dient ook de benoeming van een onafhankelijke voor zitter nog plaats te vinden. Wanneer er meer duidelijkheid bestaat omtrent o.m. de personele invulling van het platform en de ambte lijke klankbordgroep dan zal u dat ter kennis worden gebracht. Bureaucratisering dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Een te groot platform is niet wenselijk. In de notitie van het streekge west wordt niet duidelijk aangegeven hoe de besluitvorming binnen het platform tot stand komt. Er is wel sprake van een reglement en een stemmingsprocedure bij moeilijke beslissingen maar de werkwijze zal toch nog verder ingevuld moeten worden. Het is verder niet bekend in hoeverre de R.B.A.-bestuurders vanuit het platform gebonden zijn. Hiertoe is verder overleg met de andere gemeenten nodig. Het R.B.A.—stafbureau zal een beleidsadviserende taak t.b.v. het R.B.A. krijgen. Het G.A.B. zal meer met de uitvoerende taken worden belast De rijksoverheid wordt gevraagd binnen de R.B.A.-gebieden tot een goede educatieve infrastructuur te komen. Hiertoe is een stuurgroep in het leven geroepen om tot R.E0.-vorming te komen. Hierin is naast de centrumgemeenten ook de gemeente Rucphen vertegenwoor digd. De stuurgroep komt eind 1990 met een voorstel hoe R.E.O.- vorming er binnen ons R.B.A.-gebied uit zou kunnen zien. De diverse gemeenteraden dienen dan de verdere besluiten te nemen. De bedoeling van het R.B.A. is dat er meer lokaal een goed gestruc tureerd arbeidsvoorzieningenbeleid gevoerd moet gaan worden waarmee de doelgroepen, met name de langdurig werklozen, beter gediend zijn. Tijdens het genoemde overleg in maart 1989 heeft ook onze gemeente de vraag gesteld of een wethouder twee a vier dagdelen kan besteden aan R.B.A.-taken. Ik citeer mijzelf: "Vanuit Rucphen gaat er geen voorkeur uit naar een bepaald model. Zowel het centrumgemeente model als het voorstel van de portefeuillehouder economische zaken van het streekgewest zijn denkbaar. De keuze voor een bepaald model dient in de regio gedragen te worden door alle gemeenten. Bestuur-

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1990 | | pagina 17