- 4 - De heer ERMEN: Wij gaan akkoord met de verhoging van het presentie geld. Verder kunnen wij er ook mee akkoord gaan indien de verhoging niet met terugwerkende kracht zou worden toegepast. De heer BROUWERS: De leden van het stembureau zijn toch niet ver plicht om de vergoeding aan te nemen. VOORZITTER: In feite is men om belastingtechnische redenen wel ver plicht om het geld aan te nemen. Naderhand kunt u natuurlijk wel afstand doen van het geld. Goede doelen zijn er genoeg. Over het bedrag valt wel te twisten. Ik wil niet zeggen dat het een luttel bedrag is maar het werk en de lange arbeidsdag mogen m.i. best beloond worden. Verder zijn er ook kosten aan verbonden. De kosten voor koffie, drank en lunch worden namelijk niet vergoed.^ Er zijn gemeenten die een hogere vergoeding geven. Wij mogen blij zijn dat wij hiertoe nog vrijwilligers kunnen krijgen. Voor het geld hoef je het in feite niet te doen. Het zou misschien beter zijn indien de presentiegelden voor de leden van de stembureaus centraal zouden worden vastgesteld evenals dat het geval is voor de vergoeding voor de raadsleden. Dan waren wij van dit soort discussies af. Wij hebben niet speciaal 4 personen per stembureau ingezet vanwege de gang van zaken met de machtigingen. Wij zijn van mening dat de werkzaamheden zo goed mogelijk moeten gebeuren. Het dient ook niet noodzakelijk te zijn om de hele dag standvastig op de stoel te moeten blijven zitten. Er moet ruimte zijn voor koffiepauzes, lunchpauzes etc. Ook dient m.i. de verkiezingsuitslag 1s avonds zo snel mogelijk te worden vastgesteld. Vele handen maken licht werk. Zelfs met de bezetting van 4 personen behoren wij nooit tot de eerste gemeenten waarvan de uitslag is bekend. Het is inderdaad mogelijk om de verhoging per 1 september a.s. in te laten gaan. Dit levert een besparing op. Verhoging met terug werkende kracht kost iets meer aan presentiegelden maar betekent zeker niet meer administratieve rompslomp. Mede gelet op het feit dat er eerder dit jaar ook al verkiezingen zijn gehouden stellen wij u toch voor de verhoging met terugwerkende kracht te laten plaatsvinden. De heer VISSENBERG: Er is veel belangstelling om in een stembureau zitting te hebben. Bij de Europese verkiezingen hebben zich tien tallen mensen opgegeven die nooit meer iets vernomen hebben. Er dient o.i. doorstroming en "vergroening" plaats te vinden. De jeugd moet ook de kans krijgen zitting te hebben op het stembureau. Wij blijven overigens tegen de verhoging. De heer VAN MIERT: Wij gaan akkoord met de verhoging en wij kunnen er ons ook in vinden de verhoging per 1 september a.s. te laten ingaan. Indien dit een besparing oplevert dan zijn wij daar voor stander van. Wij zijn echter geen voorstander van "groentjes op het stembureau. VOORZITTER: Ik ben geen voorstander van grote doorstroming. Op het stembureau is ervaring van essentieel belang. Het betreft niet alleen het zetten van streepjes en het tellen van de stemmen. Enige kennis van de Kieswet is onontbeerlijk. Men moet weten hoe te handelen in diverse situaties. Hoewel het voor ons college geen principiële zaak betreft, stellen wij toch voor de verhoging met terugwerkende kracht te laten ingaan. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel met uitzonde ring van de leden van de S.D.P./De Vrije Lijst.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1989 | | pagina 73