GEMEENTE RUCPHEN
VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD
op dinsdag 29 augustus 1989, om 19.00 uur.
Voorzitter: W. du Chatinier, secretaris: mr. L.M. Cooijmans.
Aanwezig: J. Verpaalen (wethouder), A. Schijven (wethouder),
A. Konings (wethouder), H. van Miert, D. Luijkx, C. de Smidt
W. Kools, J. Ermen, J. Verraunt-SchrauwenD. de Jong, L. Gabriels,
C. Vissenberg, A. RoksC. Marijnissen, C. Brouwers, W. Braat,
A. Jansen, M. van der Meijs en P. Vroegrijk.
Opening van de vergadering
Vaststelling van de notulen van de vergadering van 27 juni 1989
De notulen worden conform het concept vastgesteld.
Ingekomen stukken en mededelingen
VOORZITTER: Ingekomen stuk nr. 11 "Bezwaarschrift van de heer
Monden..." dient gewijzigd te worden in "Bezwaarschrift van de heer
Monden en anderen...".
De heer JANSEN: Waarom zijn 2 brieven van advocaat van Oorschot
d.d. 30 juni en 3 juli jl. niet vermeld op de lijst van ingekomen
stukken en mededelingen? De tweede brief was wel toegevoegd maar
stond niet op de lijst vermeld.
VOORZITTER: Deze brieven zijn ontvangen na de raadsvergadering van
juni jl. Deze brieven zijn reeds behandeld in de commissie bestuur
lijke zaken. Het niet vermelden van deze brieven op de voorliggende
lijst van ingekomen stukken is een omissie van onze zijde.
De heer VAN DER MEIJS: Wij verzoeken u de ingekomen stukken nrs2
(brief van de Vereniging Milieudefensie inzake het terugdringen van
het gebruik van tropisch hout) en 15 (brief van de Bergse Sociaal
Democraten inzake het gebruik van hardhout) te behandelen in de
commissie openbare werken. Tevens verzoeken wij u uw visie in dezen
in een beleidsnota weer te geven.
T.z.t. ontvangen wij graag een kopie van uw antwoorden op de inge
komen stukken nrs. 14 (brief v.d. heer K.J. Donck inzake de verwij
dering van een berging) en 17 (brief van de heer A. Oomen inzake
het tracé van de oostelijke uitvalsweg).
VOORZITTER: Wij zullen u de gevraagde kopieën van de beantwoording
toezenden.
Wethouder VERPAALEN: De mening van het college omtrent het gebruik
van hardhout is reeds voldoende duidelijk gemaakt. Ik zie geen aan
leiding om deze zaak alsnog in de commissie openbare werken te
behandelen.
Hierna worden de ingekomen stukken en mededelingen afgedaan zoals
is voorgesteld.
(RUCPHEN, SCHIJF, SPRÜNDEL, ST. WILLEBRORD, ZEGGE)