- 5 -
De heer GABRIELS: In de Irenestraat is een eigenaardige situatie
ontstaan. Op bepaalde percelen mogen wel woningen worden gebouwd en
op andere weer niet. Meerdere fracties hebben hier reeds op gewe
zen. Is hier een oplossing voor te vinden?
De heer BROUWERS: Wij gaan akkoord met het voorstel. In de laatste
zin van het voorstel staat dat u ernaar zult streven om het gebied
Irenestraat in de toekomst te kunnen bebouwen. Dit ondersteunen wij
van harte evenals de lintbebouwing betreffende de percelen waar ook
de heer Gabriels op doeltDe lintbebouwing is bespreekbaarwat
inhoudt dat uw college hier waarschijnlijk ook achter staat.
De heer JANSEN: Wij zijn van mening dat er voorlopig geen uitzon
deringen gemaakt kunnen worden voor het gebied Irenestraat. Na het
verslag gelezen te hebben van de commissie bestuurlijke zaken weet
ik eigenlijk niet wat de conclusie is. Wat bedoelt u met "lopende
gevallen"? Ook weet ik niet precies wat de heer Ermen met "vlekvor-
ming" bedoelt.
VOORZITTER: Wij hebben een stedebouwkundig bureau de opdracht ver
strekt de nadere invulling van de Lijsterbesstraat te bestuderen.
Pas nadat zij een advies uitgebracht hebben, kunnen wij een gericht
verzoek aan de provincie richten.
Het college is ook van mening dat er aan de Irenestraat gebouwd zou
moeten kunnen worden. De Irenestraat is een merkwaardig gebied, op
sommige percelen mag er wel gebouwd worden en op andere weer niet.
Voor een aantal inwoners is dit moeilijk te begrijpen. Daar waar de
provincie het als een invulling beschouwt moeten wij proberen mede
werking te verlenen. Wij voeren op dit moment besprekingen met de
provincie en ik stel met nadruk buitengewoon voorzichtig dat de pro
vincie niet onwelwillend staat tegenover bouwmogelijkheden aan de
Lijsterbesstraat. Wij houden zelf vast aan de Irenestraat en tot nu
toe hebben wij nog niet vernomen dat dit volkomen onaanvaardbaar zou
zijn. Daar waar de provincie het al mee eens is, moeten wij naar
onze mening medewerking verlenen. Hopelijk kan dan ook later voor de
rest invulling plaatsvinden.
Het is ook de bedoeling van het college om zoveel mogelijk groen te
verwerken in de entree van de Poppestraat.
De heer VAN MIERT: Uw antwoord m.b.t. de Lijsterbesstraat is zeer
diplomatiek. Ik heb u echter gevraagd een termijn aan te geven.
De heer ERMEN: Met "vlekwerking" bedoelen wij hetzelfde als uw col
lege, de R.V.P. en de Vrije Lijst ook voorstelden. Open plekken in
het kader van de lintbebouwing dienen te worden ingevuld. Toch moet
een en ander in de structuur van een bestemmingplan worden ingepast
ook al zou dat in de ogen van andere mensen tot onbillijkheden kun
nen leiden. Een bestemmingplan regelt de zaak ineens. Ik kan mij
voorstellen dat in de periode voorafgaande aan de totstandkoming van
zo'n bestemmingsplan er toch bepaalde uitzonderingen tot vlekwerking
leiden waarbij vele vlekken een totale invulling van het plan tot
resultaat kunnen hebben.
De heer BROUWERS: In het verleden is er regelmatig toestemming gege
ven voor de lintbebouwing. Ik denk niet dat er sprake zal zijn van
verschil maken. De bewoners van de Irenestraat hebben al een tijdje
in de schaduw gestaan van de bewoners van andere soortgelijke stra
ten
De heer JANSEN: Hetgeen de heer Brouwers vermeldt is helaas waar.
Toch moeten er ergens grenzen getrokken worden. Hetzelfde geldt ook
t.a.v. aansluitingen op de C.A.I.