- 9 - De heer MARIJNISSEN: Er is gesproken over een fietspad dat aange legd zal worden door de ruilverkaveling. Uit informatie is gebleken dat de plannen van de ruilverkaveling en Rijkswaterstaat min of meer langs elkaar heen werken. Kan het door de ruilverkaveling aan te leggen fietspad worden aangepast richting oostelijke uitvalsweg? De VOORZITTER: Ik acht de kans dat de ruilverkaveling haar plannen zou willen aanpassen niet erg groot. Er wordt alleen maar subsidie verstrekt voor recreatieve fietspaden. Omdat het hier geen recrea tief fietspad betreft, behoeft men ook niet op subsidie te rekenen. Het aantal kilometers waarop de raming van de sector Werken is gebaseerd is mij niet bekend, maar ik zal u dat via de commissie bestuurlijke zaken mededelen. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel. Behandeling van vragen, gesteld ingevolge artikel 37 Reglement van Orde voor de Raadsvergaderingen De heer ERMEN: In de vergadering van de commissie bestuurlijke zaken van mei jl. heeft de C.D.A.-fractie de stelling uitgesproken dat het doen en laten van het streekgewest door onze raad nauwe lijks attent en intensief wordt c.q. kan worden gevolgd. Deze stel ling geldt ons inziens nog steeds. De stelling wordt zelfs overdui delijk bevestigd door een onderzoek van de V.N.G. Ik wijs u daarbij op een artikel uit Binnenlands Bestuur van 17 november jl. Momen teel is het al of niet instellen van een Regionale Volkshuisves- tings Commissie (R.V.C.) binnen het streekgewest volop in discussie en om onze raad tijdig en fundamenteel bij die discussie te betrek ken, verzoeken wij uw college als volgt te handelen. De raad een notitie aan te bieden waarin de voor- en nadelen van een R.V.C. staan vermeld, in deze notitie ook het standpunt van uw college weer te geven en deze notitie de eerstvolgende raadsvergadering te agenderen De VOORZITTER: Aan uw vraag om de raad tijdig en fundamenteel te betrekken bij de discussie over het al dan niet (alsnog) invoeren van een Regionale Volkshuisvestingscommissie (R.V.C.) zijn wij uiteraard bereid te voldoen. De door u voorgestelde handelwijze heeft echter niet onze instemming. De voorgeschiedenis en de hui dige stand van zaken m.b.t. deze aangelegenheid nopen mij ertoe deze stellingnarae uitgebreid toe te lichten. 1Op 13 mei 1987 hebben wij u reeds een uitvoerige nota uitge bracht over de voor- en nadelen van een R.V.C. en u voorgesteld u tégen het betreffende voorstel van het streekgewest uit te spreken De raad heeft conform dit voorstel besloten op 26 mei 1987. Streekgewestelijk heeft dit voorstel het ook niet gehaald, omdat de vereiste meerderheid van 3/4 van de deelnemende gemeenten ontbrak. 2. Naar aanleiding van een initiatief-voorstel van de heer A.F.W. Osterloh, burgemeester van Hoeven, - dat wij overigens niet hebben ondersteund - heeft het dagelijks bestuur aan de gewest raad toegezegd opnieuw een voorstel ter zake te zullen voorbe reiden. U hebt van dit gegeven kennis kunnen nemen via de inge komen stukken, behandeld in de raadsvergadering van 29 augustus 1989 (v.k.a.)

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1989 | | pagina 197