- 7 - De heer JANSEN: Wij gaan akkoord met deze methode tot aan de volgende verkiezingen. Voor kleine en nieuwe fracties lijkt het mij moeilijk het op deze manier te doen. Na 1990 dient dit weer bespreekbaar te zijn. De heer ERMEN: Ons voorstel impliceert in feite een evaluatie na 2 jaar. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel. 37 RVO Behandeling van vragen gesteld ingevolge artikel 37 van het Reglement van Orde voor de Raadsvergaderingen De heer ERMEN: Het is u waarschijnlijk bekend dat staatssecretaris de Graaf de mogelijkheid wil openen om ook voor werknemers in de sociale werkvoorziening een sociaal fonds in het leven te roepen. In overleg met de sociale werkvoorziening zal de lokale overheid de mogelijkheid krijgen, indien daaraan behoefte bestaat, iets extra's te doen voor werknemers die voor kosten komen te staan die zij redelijkerwijs niet uit hun in komen kunnen betalen. Op dit moment functioneert artikel 27 van de wet sociale werkvoorziening als zodanig, zij het dat dit erg veel beperkingen kent en in feite is ge baseerd op de ABW. Het bedoelde Sociaal Eonds wil de mogelijkheden ietwat verruimen. Graag vernemen wij van uw college of u in principe positief staat tegen over deze gedachte en of u dat als zodanig ook wilt verwoorden binnen het bestuur van het Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant. Wethouder KONINGS: Invoering van een sociaal fonds bij de sociale werk voorziening vinden wij een positieve zaak. Ook in het bedrijfsleven worden deze fondsen als zeer nuttig ervaren. Het zal ten opzichte van de huidige toepassing van artikel 27 een verbetering zijn. Artikel 27 van de wet sociale werkvoorziening zit in de bijstandssfeer terwijl een sociaal fonds meer geobjectiveerd en meer van deze tijd is. Wij zullen binnen het alge meen bestuur van het Werkvoorzieningsschap de totstandkoming van dit fonds bevorderen De heer JANSEN: Regelmatig lezen wij in lekst en Uitleg over de verleende stookvergunningen. Wij willen graag geïnformeerd worden over het beleid van uw college ter zake en hoe de controle is geregeld. V/00RZIÏTER: In de brandbeveiligingsverordening is een verbod opgenomen om in de open lucht vuur aan te leggen, te stoken of te hebben behoudens ontheffing van het college. Gaat het om een stookplaats welke gelegen is op meer dan 30 meter van gebouwen en op meer dan 100 meter van bos-, heide- of duinterrein dan kan volstaan worden met een melding aan de brandweer. In die gevallen waarin ontheffing is vereist, wordt steeds advies gevraagd aan de commandant van de brandweer. De beoordeling van het verzoek geschiedt steeds vanuit de doelstelling van de brandbeveiligingsverordening: het voor komen of beperken van brand en brandgevaar. Het beleid is de gevraagde ont heffing te verlenen indien er vanuit genoemde doelstelling geen reden is tot weigering. Aan de ontheffing wordt steeds de voorwaarde verbonden dat tijdig van te voren de commandant van de brandweer gewaarschuwd moet worden zodat controle mogelijk is. De heer JANSEN: Volgens mij moet er meer aandacht besteed worden aan de controle. Het gebeurt weieens dat particulieren autobanden en zelfs batterijen opstoken. Dit is echter niet goed voor het milieu. V00RZIITER: Controle op dat soort zaken is m.i. erg moeilijk maar ik zal contact opnemen met de politie. De heer JANSEN: Sinds kort maakt u gebruik van enveloppen met het opschrift: "port betaald Rucphen". Omdat daardoor voortaan het poststempel ontbreekt, willen wij u verzoeken op alle uitgaande stukken voortaan de datum van verzending te stempelen.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1988 | | pagina 7