- 5 - VOORZITTER: Het gaat niet uitsluitend om sociale motieven. De artikel 19 WRO-procedure is ook in het leven geroepen om op eenvoudige wijze een niet te langdurige procedure te hoeven doorlopen. Een bestemmingsplan wijziging is beduidend langer dan een artikel 19-WRO-procedure Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel met uitzondering van de heren Jansen en van der Meijs. .Voorberei- Voorstel tot het nemen van een voorbereidinqsbesluit voor een perceel dingsbesluit gelegen aan de Hoqedonk te St.Willebrord De heer JANSEN: Onder verwijzing naar de discussie bij het vorige agendapunt zijn wij van mening dat u met voorstellen als deze afbreuk doet aan de inhoud van het begrip bestemmingsplan als bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor wat betreft het buitengebied. Ook in dit geval is naar onze mening geen sprake van een zodanig bij zonder geval dat een postzegelplannetje gerechtvaardigd zou zijn. De door uw college uitgestippelde beleidslijn om ook hier te werken met voorbereidingsbesluiten is dan ook niet in overeenstemming met de be- m doeling van de wetgever. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de gemeente via dit soort handelingen bezig is het buitengebied te verstedelijken. Is misschien het plan buitengebied een blok aan het been, wat alleen in procedure is gebracht om zo weinig mogelijk bezwaren binnen te krijgen en vervolgens via toverformules toch te doen wat u èn in het bijzonder individuele burgers willen? Naar onze mening zou de hele problematiek van de omleidingsweg Rijksweg ter zijner tijd moeten worden meegenomen in één wijziging van het bestem mingsplan, waarbij uiteraard ook de facetten die van belang zijn voor wet geluidhinder moeten worden meegenomen om te bepalen of en zo ja waar betrokkenen mogen herbouwen. Bovendien zou daarbij bekeken moeten worden of we het ministerie van Verkeer en Waterstaat voor die kosten op kunnen laten draaien. De heer ERMEN: In het buitengebied moeten wij inderdaad zeer voorzichtig zijn met eventuele precedentwerking. Het gaat hier echter om een uitzonder lijke situatie doordat er sprake is van de verplaatsing van een woning. De heer BROUWERS: Dit voorstel biedt ook voordelen als het straks tot een onteigening zou komen. VOORZITTER: Het kan inderdaad voordelen hebben indien het tot onteigening komt. Precedentwerking is hier niet aan de orde omdat er geen extra woning in het buitengebied geplaatst wordt. Er is ook hier weer volkomen juist gehandeld. Het pand Hoge Donk 46 zal afgebroken moeten worden in verband met de zuidelijke omleiding rond Etten-Leur. Geheel in overeenstemming met de richtlijnen van de provincie helpen wij hier een familie uit de nood. Ik betreur het dat bij de PvdA Rucphen de individuele belangen van mensen veel minder zwaar wegen dan de procedures, flensen helpen leven is beter dan sterven in de schoon heid van procedures. Verder verwijs ik naar mijn antwoord gegeven bij het vorige agendapunt. De heer JANSEN: De procedures zijn natuurlijk niet voor niets in het leven geroepen. Ik adviseer u artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te lezen. Lid 1 handelt over het maken van een bestemmingsplan voor het buitengebied en lid 2 handelt over een bestemmingsplan voor de bebouwde kom. Dat is een wezenlijk verschil. Wij zijn dan ook tegen dit voorstel I

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1988 | | pagina 5