- 8 - baarheid van de plannen zal een standpunt worden ingenomen. In ieder geval zal, indien om bovenstaande redenen niet tot realisatie kan worden overgegaan, worden getracht om het aanzien van "De Vijf sprong" te verbeteren." Uit dit citaat blijkt naar ons idee dat uw college eind 1986 ook al twijfelde aan de financiële haalbaarheid. Is dat misschien de reden dat we twee jaar op deze nota hebben moeten wachten? Een jaar later, in de nota van aanbieding van de begroting 1988, lezen we bij de effecten nota sportbeleid: "In de komende maanden zullen wij u de reeds eerder toegezegde nota sportbeleid voorleg gen. In die nota zullen onder meer de volgende punten naar voren komen: accommodatiebeleid en planning, organisatie en personele bezetting, exploitatie(vorm) van "De Vijfsprong", energiebesparing, reclame op sportaccommodaties, tarieven verhuur c.q. gebruik en pri vatisering. De verschillende onderwerpen zullen niet alleen als afzonderlijk onderdeel worden behandeld, maar ook in samenhang met elkaar. Als algemeen uitgangspunt geldt het terugdringen van de exploitatietekorten. Niet alleen de uitgaven zullen daarbij kritisch worden bekeken (met name de personele tekorten) maar ook zal worden getracht aan te geven hoe tot verhoging van de inkomsten kan worden gekomen (tarieven, bevordering bezoek). Met andere woorden, ons beleid is gericht op een exploitatieverbetering, welke niet alleen gebaseerd is op vermindering van de uitgaven. Deze benadering zou te eenzijdig zijn en in de meeste gevallen leiden tot beperking van de gebruiksmogelijkheden van die accommodaties." Helaas moeten wij constateren dat bijvoorbeeld de samenhang van onderdelen ontbreekt. Wij missen immers uw visie over belangrijke onderwerpen als privatisering, exploitatie en beheersstructuur in deze nota. Wellicht is uw beleid ook gericht op exploitatieverbete ring van het geheel. Onze burgemeester baseert dat kennelijk op toe name van het aantal bezoekers. Maar kunt u ons duidelijk maken waar op deze verwachtingen zijn gebaseerd. Immers het bezoekersaantal van het openluchtbad heeft ook nooit het aantal gehaald dat volgens de normen gescoord zou kunnen worden. De meerjarenprognose gewone dienst 1988-1991 liet zien dat als we het huidige voorzieningenniveau willen handhaven (we praten dan nog niet over uitbreiden) met name de onroerend-goedbelastingen fors verhoogd dienen te worden. Uitgaande van de becijferde tekorten in het hoofdstuk conclusies van onze meerjarenprognose zou de onroerend-goedbelasting in de periode 1989 tot en met 1991 met maar liefst 49,69moeten stijgen, als we alleen de o.g.b. verhogen; dit is gemiddeld 16,56% per jaar. Als we uitgaan van trendmatige verhoging van de overige tarieven met twee procent dan dient de o.g.b. nog gemiddeld 12% per jaar te worden verhoogd. Het ziet er somber uit, zeiden we toen. Wij vinden het voorzieningenplan niet realistisch en wij vinden het uiterst opmerkelijk dat de portefeuillehouder financiën in de com missie financiën meedeelt dat de investeringen in dit plan finan cieel verantwoord zijn én dat de uitvoering van dit plan niet zal leiden tot extra tariefsverhogingen. Er zitten nuttige suggesties in dit plan. In zijn totaliteit is het voor ons echter onaanvaardbaar. Concreet willen wij voorstellen de extra parkeergelegenheid voor De Bresstrappers/Baanbrekers te laten vervallen (f 150.000,en ter plaatse te voorzien in een aparte plaats voor tijdelijke kampeer-

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1988 | | pagina 54