- 26 - Voorstel tot verhoging van de tarieven voor het gebruik van de reinigingsdienst, de heffing van reinigingsrechten en de afvalstoffen heffing De heer JANSEN: Wij dienen hiertoe een amendement in. VOORZITTER: Het amendement is ondertekend door de heren Jansen, Van der Meijs en mede-ondertekend door de heer Van Miert zodat het deel uit maakt van de beraadslagingen. Het amendement luidt als volgt: "1. Artikel 5 wordt gelezen als volgt: De belasting bedraagt per belastingjaar f 108,90 per perceel. 2. Artikel 10 wordt gelezen als volgt: Het recht voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid bedraagt per belastingjaar f 108,90 per bedrijfs pand De heer VAN MIERT: Ik steun het amendement niet, ik wil het alleen ter discussie stellen. De heer VISSENBERG: Extra verhogingen dienen geleidelijk plaats te vinden. Wij sluiten ons dus aan bij de P.v.d.A. VOORZITTER: Het college wijst het amendement af. De verhoudingen zijn duidelijk en ik neem aan dat de P.v.d.A. geen hoofdelijke stemming behoeft De heer Jansen beaamt dit waarna de raad het amendement verwerpt m.u.v. de heren Jansen, Van der Meijs, Vissenberg en Roks VOORZITTER: Verder zijn de tarieven voor het gebruik van de reinigings dienst aan de orde. De heer JANSEN: Wij zijn tegen de verhoging van de reinigingsrechten, maar wij zijn niet tegen de verhoging van het tarief voor het aanbieden van vuil op de vuiloverslagplaats Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel m.u.v. de leden van de P.v.d.A. Voorstel tot wijziging van de "Regeling tot uitgifte van sportvelden mèt de zich daarop bevindende opstallen" De heer MARIJNISSEN: Ik neem aan dat in de eerste zin van het voorstel "sportvelden" i.p.v. sportzaal moet staan. Wij hebben vorig jaar een inhaaloperatie toegepast door de tarieven met 60% te verhogen. Door de portefeuillehouder is destijds aangekondigd dat door nog enkele van die inhaalmanoeuvres de bedragen op een aan vaardbare hoogte gebracht zouden worden. Met de huidige verhoging van 3/ blijft men op hetzelfde peil. Wij hadden een verhoging met een hoger percentage verwacht. Maar wij gaan akkoord met het voorstel. De heer JANSEN: Wij zijn in het algemeen tegen de verhoging van sport- tarieven. De heer ERMEN: De verhoging met 3% vinden wij ook laag. Wij gaan akkoord met het voorstel en wij blijven bij onze suggestie tot verla ging van de onderhoudsbijdrage voor de sportvelden. Wethouder SCHIJVEN: De redactionele opmerking t.a.v. de eerste zin van het voorstel is juist. Wij hadden een grotere verhoging dan 3% in gedachte maar wij vinden het beter om dat mee te nemen in de sport- nota. Onze tarieven houden ook rekening met de minst draagkrachtige personen en verenigingen. Bij geen enkel tarief is er sprake van een dekkingspercentage van 100 procentBovendien nemen wij éénderde van de exploitatielasten voor onze rekening ten gunste van de kindertarieven en de financiële toestand van de verenigingen.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1988 | | pagina 321