-16- De .luidige stand van zaken met betrekking tot rijksweg 58 achten wij genoegzaam bekend. Het tracé is door de Minister i .erkeer en .'aterstaat vastgesteld en er wordt titans ge ve rktaa t de concrete vormgeving hiervan. Tevens is een voorzichtig begin gemaakt met de grondaankopen, xndien en voorzover de ontwikkelingen binnen de planvor ming daartoe aanleiding geven zullen wij de raad daaromtrent PvdA informeren. Kostenverhaal wegens bouwen. wanneer een gemeente ten behoeve van een woonwijk of ten be hoeve van slechts enkele percelen voorzieningen van openbaar nut treft gaat het vaak direct al om grote bedragen. Het realiseren van wegen, parkeerplaatsen, plantsoenen, straat verlichting etc, is prijzig. Het is begrypeljjk dat een ge meente die kosten geheel of gedeeltelijk wil verhalen op de eigenaren van de gronden die van die voorzieningen beter worden. Ook de wetgever vindt een dergelijk verhaal van kosten redelyk (bouwgrondbelasting). Naar onze overtuiging is in de meeste woonwijken binnen onze gemeente reeds sprake van een aantrekkelijk woonmilieu. Ook in de toekomst zullen wy bij de vormgeving/inrichting van nieuwe woonwijken hiervoor zorgdragen, In deze is derhalve geen sprake van een wyziging van beleid, maar van het voort zetten van een goede traditie. De visie van de P.v.d.A. met betrekking tot ruimtelyke orde ning wordt door ons als zeer star en weinig flexibel ervaren, Ruimtelijke ordening is niet /statisch, maar in wezen een erg dynamisch gebeuren. In principe moet ruimte worden geboden om tegemoet te komen an de diverse maatschappelijke ontwik— Kelingen, nen puur negatieve benadering van een op zich rede lijk verzoek, enkel omdat een bestemmingsplan er niet in voor ziet, getuigt naar onze overtuiging niet van een goed ruimte lijk ordeningsbeleid. Ook in die situaties zal een gemeente bestuur zich een oordeel moeten vormen over de aanvaardbaar heid van een bepaald verzoek en indien noodzakelijk, binnen de wettelijke mogelijkheden daaraan medewerking moeten geven, In dit verband kan worden gedacht aan een herziening van een geldend bestemmingsplan, aan artikel 11 WRO-besluiten, aan vrijstellingsbesluiten etc, In tegenstelling tot de P.v.d.A, zijn wy van mening dat wij meestal op de goede weg zitten en slechts bij wijze van uit zondering verdwalen, GM ÏJaar onze overtuiging is er vooralsnog geen sprake van een tekort aan bouwgrond. Indien met betrekking tot de bestem mingsplannen die thans op de rol staan een strakke planning wordt aangehouden en de aankooponderhandelingen willen vlotten zal de toekomstige bouv/grondcapaciteit zeker toe reikend zijn voor de woningbouw in de eerstkomende 5 tot 10 jaar. In zijn algemeenheid zijn wy van mening dat de huidige toe wijzingscriteria voor bouwgrond binnen onze gemeente goed voldoen. Hierby plaatsen wij evenwel de kanttekening dat het thans naar onze mening raadzaam is om, met name gelet op de op dit moment beperkte hoeveelheid beschikbare°hoe- veelheid bouwgrond te St. V/illebrord, deze criteria aan te scherpen in die zin dat (zeker voorlopig) niet langer meer mensen uit West-Brabant in aanmerking komen voor bouwgrond in di t dorp. Binnenkort zullen wij hieromtrent advies vragen aan de Commissie Bestuurlijke 3aken.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1988 | | pagina 249