I) Het de RVP zijn wij var) mening dat prioriteit moet worden toegekend aan de totstandkoming van bestemmingsplannen, zulks vanwege het grote belang van de continuiteit van de woningbouw. (^es^e"''re;ffende afdeling bestaat echter reeds geruime tijd een grote werkdruk, die de laatste jaren alleen nog maar toeneemt. Voor een belangrijk deel is dit te wijten aan de vele procedures die moeten worden gevoerd, hetgeen een enorm beslag legt op de capaciteit van deze afdeling. Dit geldt oe meer nu dat degenen die de verschillende proce dures begeleiden veelal dezelfde personen (moeten) zijn die o.ideBgekwalificeerde werkzaamheden (zoals het maken van bestemmingsplannen) verrichten. Ove-eenkomstig het gemeentelijk volkshuisvestingsplan zullen in de toekomst percentagegewijs meer kleinere bejaardenwo— ningen moeten worden gebouwd. In een bestemmingsplan zal op deze behoefte dienen te worden ingespeeld. In deze bestem- mingaplannen zal tevens voldoende ruimte moeten worden ge boden voor de bouw van vrye-sectorwoningen. Op dit moment is duidelijk sprake van een opleving van deze tak van woningbouw. Afhankelijk van de jaarlijkse conting^ntering zullen meer of minder premiewoningen kunnen worden gebouwd. bphonwde komulannen. Ook door ons college wordt de behoefte gevoeld om op zo kort mogelijke termijn te kunnen beschikken over een adekwate stedebouwkundige regeling voor de z.g. witte vlekken binnen een bebouwde kom. Hetzelfde geldt voor de aanpassing van de uitbreidingsplannen "oude stijl". Zowel het vorig jaar als dit jaar hebben wij zulks duidelijk verwoord in de nota van aanbieding. De mogelijkheden dienaangaande zijn echter beperkt. De eigen ambtelijke inbreng is aan beperkingen onderhevig door een diversiteit aan werkzaamheden en omdat het primaat van de volkshuisvesting ertoe noopt vooralsnog de aandacht te richten op de totstandkoming van de bestemmingsplannen voor de uitbreidingsgebieden. Daarnaast moet worden opgemerkt, dat ook de mogelijkheid tot uit besteding van werkzaamheden aan de stedebouwkundige beperkt zijn; in het investeringsprogramma voor 1989 is om redenen van financiële aard slechts een bedrag geraamd van f. 50.000,hetgeen ten opzichte van 1988 een vermindering met 50% betekent. leefbaarheid üitërëard is ons college van mening dat in het kader van de concrete vormgeving van een bestemmingsplan in hoge mate aandacht zal moeten worden besteed aan een goed woonklimaat binnen een woonwijk. Een hoge mate van leefbaarheid staat ook by ons hoog in het vaandel, betaalbare woningen Ook wij zijn voorstander van de bouw van betaalbare woningen. Voor wat betreft de bouw van huurwoningen zijn wy echter gebonden aan strikte regels van hogerhand. De planning en financiering van projecten van sociale nieuwbouw geschiedt in eerste aanleg door de Woningstichting Rucphen, uiteraard in goed overleg met ons. Zowel de Woningstichting als wy streven er naar om, uitgaande van het ter beschikking staande (beperkte) budget in relatie met de door de rijksoverheid gestelde regels huurwoningen van een zo goed mogelijke kwa liteit te bouwen. ANTWOORD:

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1988 | | pagina 248