nsqiob ssrsvlb 9b nt roisiiaaqTob 9b nsv nsqqsrul 303 819llsvrt9g93 (19 - 9901 9b fll n9gfll.j( asaflLOi ^dolsni !199g fI9j(90S19V Zoals reeds vermeld bij het hoofdstuk Volksgezondheid kan de PvdA- fractie zich niet vinden in een verhoging van de afvalstoffenheffing met 17%. Een verhoging met 10%, gezien de forse stijging van de stortkosten is hierbij voor ons het maximum. Wij realiseren ons - gelet op de meerjarenprognose - dat ook voor de komende jaren gerekend moet worden op een verhoging van de afval stoffenheffing met een percentage van maximaal 10% per jaar. Nogmaals willen wij benadrukken dat alléén het terugdringen van de omvang van de afvalberg de pijn nog enigszins kan verzachten. Het initiatief om ook in onze gemeente te komen tot aanschaf van compost- vaten, zoals we uit het investeringsprogramma vernemen is dan ook een goede zaak. Verder juichen wij het toe dat - zoals we uit de meerjarenprognose vernemen - nadat de achterstand met het opmaken van gemeenterekeningen is ingelopen, een onderzoek wordt gestart om te komen tot een totale doorlichting van de begroting om verdere structurele bezuinigingen te vinden die enerzijds het begrotingstekort beperken en anderzijds een betere afweging tussen nut en bestede middelen bevorderen. Bij de raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds gaat uw College uit van een uitkeringspercentage van 520. Naar onze mening kan dit aangepast worden naar 521, nu de Raad voor gemeentefinanciën eind augustus aan de Staatssecretaris heeft geadviseerd met betrekking tot de individuele beloningsdifferentiatie In grote lijnen kunnen wij verder instemmen met de meerjarenprognose. Wat betreft het investeringsprogramma 1989 vraagt u onze raad het college de vrijheid te geven om naar bevind van zaken te handelen. Steeds zal daarbij echter de toetsing door deze raad bij de behandeling van het betreffende voorstel moeten plaatsvinden. Wij kunnen op grond van de huidige situatie dan ook instemmen met de hoogte van de investe ringen (f 350.000,in 1989, maar nog niet met de concrete invulling daarvan. Ook wij vragen dus de vrijheid daarbij naar bevind van zaken te mogen handelen. Bij dit alles is het inderdaad de taak van onze raad te bepalen hoe de steeds schaarser wordende middelen moeten worden aangewend en verdeeld. Geen gemakkelijke taak. Maar we zitten er voor en worden er nog voor betaald ook, al is het niet dik. We hopen dan ook in 1989 en volgende jaren in de zelfde goede verstand houding met uw college en de ambtenaren (al zijn we het lang niet altijd eens) deze taak te kunnen volbrengen tot heil van onze gemeente en vooral onze inwoners. Ook in Rucphen zullen wij gezamenlijk het karwei afmaken, maar NIET SLECHTS EEN KANT OP - 18 -

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1988 | | pagina 227