T INLEIDING Een uitspraak van minister Ruding: "Tenslotte moeten we opkomen voor de belastingbetaler" (Berlijn - september 1988). Globaal was de verdere inhoud van zijn betoog: De arme landen moeten minder kinderen maken. Veel kinderen maken de spoeling maar dun. De toch al schaarse voorzieningen als gezondheidszorg en onderwijs moeten immers worden verdeeld over meer mensen. Rudings uitspraken verbazen niet echt. Met zijn collega's is hij immers verantwoordelijk voor het stelselmatig stigmatiseren, ontmoe digen, isoleren en verketteren van de mensen die toevallig te korte nagels hebben om zich te krabben. "Prudent progressief", citeerde premier Lubbers vorige week met enige tevredenheid het etiket dat het Sociaal en Cultureel Planbureau plakte op de veranderende opvattingen in de samenleving. Wijselijk zweeg Lubbers over een ander deel van dit rapport, dat aan geeft dat de bevolking met steeds meer walging aanschouwt hoe haar leiders omspringen met de kansarmen. Van jaar tot jaar neemt het verzet tegen verdere kortingen op uit keringen toe. Er is een meevaller van ruim 11 miljard. Een fors deel gaat terug naar de belastingbetaler, nadat het bedrijfs leven al royaal is bedeeld. Het Centraal Planbureau geeft aan dat de burgers nu vooral dure Japanse electronische speeltjes zullen gaan kopen en nog maar eens een keertje extra op vakantie in het buitenland zullen gaan. Het mag de pret over de economische vooruitgang niet drukken. Geen cent voor de minima. Terwijl volgend jaar herstel van de koppeling tussen minima en gemiddelde lonen nog geen half miljard kost. Er is zelfs alle ruimte om het dubbele te geven. Het kabinet wil echter de bevriezing van de minima, die al sinds 1983 voortduurt, handhaven. Aanvankelijk gebeurde dit met het argument: "Pijnlijk, bitter, we hadden nog veel anders gewild - de economische recessie dwong ons daartoe". Nu geldt dat argument niet meer. Eén miljoen huishoudens hangen aan de onderkant van de maatschappij, waarvan de helft al langer dan 2 jaar. Een in naam terugtredende overheid verstrikt hen in een ondoorzichtbaar en ondoordringbaar net van regels en voorschriften, controles en kor tingen. Ieder perspectief op een beter leven op eigen kracht wordt hen syste matisch onthouden. Moderne slaven van een zeer welvarende maatschappijdie steeds gre tiger uit is op verlaging van de lasten en meer plezier in het leven. Tot zo ver Harry van Seumeren in de Volkskrant van 1 oktober 1988. - 1 -

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1988 | | pagina 210