Correctie notulen van 27 september 1988: woordelijke weergave van hetgeen
door de heer Jansen ten aanzien van agendapunt Ja is verwoord.
De heer JANSEN: Mijnheer de voorzitter, ik zou graag nog even iets zeggen
want er is toch dacht ik volgens het Reglement van Orde enigszins sprake van
een persoonlijk feit.
VOORZITTER: Nee hoor, maar u mag best wat zeggen.
De heer JANSEN: Ja, nou het is zo, ik heb dus vanmorgen ook het stuk van de
commissie georganiseerd overleg gelezen. Helaas is die commissie nog niet
openbaar. Dan waren wij er bij geweest uiteraard. Ik ben blij dat u mij in
het bijzonder vermanend heeft toegesproken. U had ook best mijn naam mogen
gebruiken. Daar is namelijk de openbaarheid en de duidelijkheid alleen maar
mee gediend. Als u kunt bewijzen dat mijn uitlatingen ten aanzien van met
name de afdeling Welzijn niet juist zijn, dan ben ik graag bereid om mijn
woorden terug te nemen. Verder is het zo als men kritisch en gedegen bezig
is dan loopt men de kans om af en toe eens een "slippertje" te maken. Dat
bewijst alleen maar dat je mens bent, dankuwel.