-11-
constateren dat Sprundel in het verleden niet slechter behandeld is dan
andere verenigingen binnen onze gemeente.
Het CDA wil dit voorstel beoordelen als onderdeel van het totale sport
gebeuren in onze gemeente, met name het te voeren beleid en de bekosti-
gxng ervan. Er is geen overleg geweest met de initiatiefnemers van dit
voorstel. Er is een sfeer ontstaan waarin het moeilijk is tot normaal
constructief overleg te komen.
Wij vinden het verder een slechte zaak indien veelvuldig dergelijke
initiatiefvoorstellen in de raad aan de orde zouden komen. Eerst be
sluit b en w op hun verzoek afwijzend, dan gaat de vereniging in beroep
bij de raad, op advies van de raad besluit het college weer afwijzend,
vervolgens richt de belanghebbende zich met een brief tot de raad en
tot slot komt de oppositie met een initiatiefvoorstel om te proberen
met steun van enkele leden van de coalitie een meerderheid in de raad
te verkrijgen. Dit is misschien een nobel streven maar het is zeker
n^e^- ln belang van het goed en doelmatig besturen van een ge
meente. wij verlenen dan ook geen steun aan dit initiatiefvoorstel.
De heer van MIERT: Ik sluit mij aan bij de woorden van de heren Konings
en Brouwers. Na ampele overwegingen zijn wij tot de conclusie gekomen
dat wij geen steun geven aan dit initiatiefvoorstel.
We zien de nieuwe Sportnota nog graag dit najaar tegemoet. Dit zal voor
meer duidelijkheid zorgen.
De heer VROEGRIJK: Ik ben ook van mening dat er snel een nieuwe Sport
nota samengesteld moet worden. Dan weten wij waar we aan toe zijn en
zullen wij een beter instrument hebben om mee te werken.
De heer VISSENBERG: Men spreekt hier constant over Rood-Wit in plaats
van S.V.Sprundel. Wij hebben niet alleen naar aanleiding van de brief
van de S.V.Sprundel een initiatiefvoorstel ingediend. Wij zijn al vanaf
juni 1987 met deze zaak bezig.
Er wordt gewezen op het feit dat Rood-Wit in de hoofdklasse speelt. De
voetbalverenigingen die lager spelen dan S.V.Sprundel moeten zich zeker
in de openlucht verkleden of de totale accommodatie zelf betalen. Ik
vind dat de raad zich nu duidelijk moet uitspreken.
De heer JANSEN: Ik constateer dat er van uw zijde geen nieuwe argumen
ten zijn ingediend. Wij zijn er geen voorstander van om telkens met
initiatiefvoorstellen te komen. Het is dit keer echter te wijten aan
het te laat ontvangen van de commissiestukken, zodat wij in de
commissie welzijn hierover niet konden adviseren. Wij hopen dat een
dergelijke situatie nooit meer zal voorkomen.
De heer van der MEIJS: Als reactie op de woorden van de heer Brouwers
het volgende. Ik acht het een goede zaak dat er af en toe initiatief
voorstellen worden ingediend. De verenigingen hebben nu partijen ge
vonden die niet klakkeloos de collegevoorstellen volgen. De voorstellen
van het college worden door de andere partijen klakkeloos overgenomen.
De heer MARIJNISSEN: De heer Brouwers heeft zich niet uitgesproken
tegen het indienen van initiatiefvoorstellen.
De heer BROUWERS: Het gaat hier helemaal niet over Rood-Wit maar er
wordt in het voorstel gesproken over "gelijke monniken, gelijke
kappen". Dan betrekken ze er zelf Rood-Wit bij. Vandaar dat ik dat
verweer heb gevoerd.
De heer van MIERT: Ieder voorstel van b en w wordt kritisch gewogen en
wij nemen deze niet klakkeloos over.