- 11 -
Nu worden de maatregelen doorgevoerd op een tijdstip dat de leerlingen
steeds zijn aangemeld. Het moet toch mogelijk zijn om in goed overleq
naar andere middelen te zoeken die de pijn draaglijk kunnen maken.
Het heeft echter weinig zin om in de weg te gaan liggen, wij stemmen
danook in met het amendement
ulïfer Van MIERT= Iedere bezuiniging doet pijn. Middels dit amendement
hebben wij gepoogd een overgangsregeling in te bouwen en de pijn zoveel
mogelijk te verzachten. P3 zoveel
Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering voor 5 minuten
Wethouder SCHIJVEN: Gelukkig hebben wij vanmiddag reeds kennis kunnen
nemen van de inhoud van het amendement. Na bestudering ervan kan ik u
meedelen dat de inhoud aansluit op onze visie t.a.v. de bekostiging
c.q. subsidiering van de kunstzinnige vorming. De differentiatie van de
bedragen voor instrumentaal onderwijs sluit bijzonder aan bij onze vi-
hn^ofen en ^de^!?0nLeChter wel kunnen worden opgevangen binnen het
budget van Fl. 100.000,— dat beschikbaar is voor de totale kunst
zinnige vorming. Na enige berekeningen ben ik met de betreffende ambte
naren tot de conclusie gekomen dat het mogelijk is een en ander binnen
het genoemde budget op te vangen. Bij het oorspronkelijke voorstel
gingen wij ervan uit dat er 140 deelnemers mee zouden kunnen doen aan
het instrumentaal onderwijs. Gezien het aantal aanmeldingen tot nu toe
zal door de overgangsregeling als voorgesteld in het amendement het
aantal van 140 niet overschreden worden. Het geheel zal binnen het
budget bekostigd worden. Vandaar dat ons college het amendement over
neemt. De budgettering is de laatste jaren nogal hoog opgelopen. In het
schooljaar 1986/1987 liep het op tot een bedrag van Fl. 141.000,— De
ombuiging van Fl. 41.000,- is zeer wel op zijn plaats.
Ik neem aan dat het "muziekminded" deel van onze bevolking niet staat
te juichen bij onze plannen. In het verleden hebben er al meer bezuini
gingsoperaties plaatsgevonden. Het sociaal-cultureel werk is hier een
goed voorbeeld van. Het aantal formatieplaatsen is van 13 naar 5,5 te
ruggebracht. Wij kunnen niet alles afwentelen op dat deel van de'so-
ICKltUreie Sector* We kunner> niet besparen op de peuterspeelzalen
of het bejaardenwerk. Ook andere vormen van sociaal-cultureel werk
^0S^?nnnon de °rde k°men de Fl- 246.000,— in te kunnen vullen.
Fi. 41.000,— voor de kunstzinnige vorming is hiervan een onderdeel. De
verlenging van het instrumentale onderwijs kan binnen het budget opqe-
vangen worden.
Het is niet mogelijk om deze operatie één jaar uit te stellen omdat dat
ons FL. 65.000,— zou kosten. De leerlingenadministratie kunnen wij ge
rust overlaten aan de afdeling welzijn. Op termijn zal er ook een eva-
uatie plaatsvinden van de algemene muzikale vorming. Er is door ons
college, ook ten opzichte van de instituten, zeer zorgvuldig ge
handeld. in september, oktober 1986 hebben wij de muziekinstituten te
kennen gegeven dat er aanmerkelijk gekort zou gaan worden op het budget
van de kunstzinnige vorming. Toen hebben wij de afspraak gemaakt dat
wij tussen april 1987 en juni 1987 hierop terug zouden komen met een
voorstelOp 22 juni heb ik de instituten ons collegestandpunt kenbaar
gemaakt. Toen wist men wat er te doen stond, wij hebben er toen op ge
wezen dat zij bij aanmeldingen ons collegestandpunt zouden moeten mee
delen