- 3 - De heer GABRIELS: Wij handhaven ons standpunt dat we indertijd hebben ingenomen. We zijn het dan ook met de heer Brouwers eens en we vinden dat alles op de huidige manier moet worden voortgezet. De heer VROEGRIJK: Ik ben het volkomen eens met de herenMarijnissen, Brouwers en Gabriëls. Ik zou er de vraag aan toe willen voegen of het CDA en de VVD zich weieens verdiept hebben in het bezoek en de bezetting van De Nieuwenberg. Ook het feit dat het PON 13.000,hiervoor heeft uitgetrokken is voor mij van groot belang. Die hebben dit onderzochten zijn volgens mij toch zeker capabel om uit te maken of zo'n gebouw ren dabel is of niet. Wethouder SCHIJVEN: Allereerst wil ik de heer van Miert, die niet akkoord kan gaan met een investering van 34.000,en 2.600,voor voorzet ramen, toezeggen dat er inderdaad nog wel een tweede en derde fase aan vast zal zitten. Uit informatie van de afdeling gemeentewerken blijkt dat er in totaal een bedrag mee gemoeid zal zijn van ongeveer 100.000,inclusief de ge noemde 34.000,en 2.600,Dat is dan in het kort het financiële overzicht. Op nadere details zal men echter nog moeten wachten. De heren van Miert en Konings hebben het over het sociaal-cultureel plan 1984- 1987 en over het feit dat er in 1988 een nieuw plan vastgesteld zal moeten worden. Dit heeft echter betrekking op de sociaal-culturele activiteiten en niet op de gebouwen. Hierover is in 1984 al een beslissing gevallen. Kapitaalsinvesteringen worden voor een langere termijn gedaan. Ik zou het dan ook een rare handelwijze vinden om na vier jaar zo'n gebouw af te stoten. De RVP zegt dat het gebouw een goede functie heeft in Zegge en dat het daarom behouden moet blijven. Daar ben ik het, evenals de heren Gabriëls en Vroegrijk, dan ook helemaal mee eens. De heer Brouwers geeft nog eens duidelijk aan dat inderdaad is gekozen voor behoud van dit gebouw en dat er toen al op is gewezen dat er groot onderhoud aan verricht zou moeten worden. Daarnaast wil ik nog eens even teruggaan in de geschiedenis met alle zaken die recentelijk hieraan gekoppeld zijn. In 1984 is in de raad het sociaal- cultureel plan vastgesteld. Een beleidsplan waarin de Aloysiusschool als basisvoorziening werd opgenomen. In 1985 is met het vaststellen van het programma sociaal-cultureel werk nog eens bevestigd dat 9 gemeenschaps huizen tot de basisvoorziening behoren. Hieronder valt ook de Aloysius school. In juli 1986 werd door de raad opnieuw aangegeven dat de Aloysius school, naast De Nieuwenberg als basisvoorziening van belang is, omdat een krediet van 10.500,wordt gevoteerd voor energiebesparende maat regelen. In december 1986 wordt opnieuw een bedrag van 15.000,gevo teerd voor energiebesparende maatregelen alsmede 25.000,voor de renovatie van het plein. Het CDA zegt, bij monde van mevrouw Vermunt- Schrauwen, hier geen moeite mee te hebben. Wel vindt zij de investering voorbarig omdat de accommodatie volgens het VNG-rapport ter discussie kan staan. De discussie kan zich alleen richten op het subsidieniveau om aan specifieke situaties tegemoet te kunnen komen. De raad heeft al in 1984 gekozen voor behoud van de voormalige Aloysiusschool en heeft telkenmale aangetoond niet van dit standpunt te zijn afgeweken. Dan komt de investering van 34.000,voor de renovatie van het dak aan de orde. Hierbij spreken het CDA en de VVD ineens hun bedenkingen uit. Nu, maar ook tijdens de commissievergadering valt men terug op het VNG-rapport. Dit rapport spreekt niet over het al dan niet voortbestaan van het gebouw maar over het subsidieniveau bij een specifieke situatie. Het is bovendien een historische plaats en heeft een goede functie voor de Zegse bevolking. Ik zou dan ook aan het CDA en de VVD willen vragen om met het voorstel in zijn totaliteit akkoord te gaan om voor het behoud van het gebouw zorg te dragen.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1987 | | pagina 30