tv*r£> - 14 - De heer KONINGS: Wij hebben begrepen dat m.b.t. de vorming van steun punten in het kader van het flankerend ouderenbeleid een beroep zal worden gedaan op de experimentenpot van W.V.C. Mocht straks uit de beoordeling van de plannen blijken dat slechts een deel van de structurele kosten uit die pot wordt vergoed,is uw college dan bereid de rest van de structurele kosten op zich te nemen. Wethouder SCHIJVEN: De vorming van steunpunten verkeert op dit moment in een fase van planologische en financiële uitwerking. Hiervoor is een ambtelijke werkgroep in het leven geroepen. Het zou mogelijk kunnen zijn dat wij de structurele kosten geheel of gedeeltelijk terugontvangen via een daarvoor door W.V.C. ingestelde "experimentenpot". Dit is misschien ook mogelijk via een regeling met de ziektekostenverzekeraars, de A.W.B.Z.- regeling. Verzorging vanuit een steunpunt zal aanmerkelijk voordeliger zijn dan opname in een verzorgingstehuis. Op basis van dit gegeven zouden ziektekostenverzekeraars bereid kunnen zijn een gedeelte van de structu rele kosten voor hun rekening te nemen. Overigens dient er rekening mee te worden gehouden dat bijdragen uit de "experimentenpot" van W.V.C. van tijdelijke aard zullen zijn, zodat op langere termijn een aanmerkelijk gedeelte voor rekening van de gemeente zal komen, indien tot de realisering van steunpunten wordt overgegaan. Gezien het feit dat er nu de kans is om vanuit de provinciale overheid in het kader van het flankerende ouderenbeleid, een bijdrage te ontvangen in de stichtingskosten en het gegeven dat wellicht bijdragen in de struc turele kosten kunnen worden verwacht, zal het college zeker bereid zijn, indien nodig, vanuit het welzijnswerk een financiële bijdrage te leveren. Vooral omdat de ouderenzorg als prioriteit nummer één de aandacht zal moeten krijgen. Die prioriteitsstellingen, ook ten aanzien van het gehandicaptenbeleid en het bibliotheekwerk, zullen zeker op termijn een aanslag plegen op de middelen voor het totale welzijnswerk. Dit betekent eveneens dat de bij dragen aan andere niet zo noodzakelijke taken binnen het welzijnswerk moeten worden verminderd en afgebouwd. Een definitieve balans kunnen wij pas opmaken wanneer meer bekend is over de omvang van de brede doeluit kering op basis van de Welzijnswet die toevloeit naar het gemeentefonds op basis van objectieve verdeelmaatstaven. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de VOORZITTER de vergadering met gebed. ,de secretaris. ,de voorzitter. secretaris

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1987 | | pagina 27