- 13 - Verordening Voorstel tot vaststelling van de verordening op de heffing van O.G.B. onroerend-goedbelastingen De heer JANSEN: Onder verwijzing naar onze opmerkingen in de commis sie financiën kunnen wij akkoord gaan met de nieuwe verordening als zodanig. Grote moeite hebben wij met uw voorstel om gelijktijdig met de aangekondigde maar nog niet inzichtelijk gemaakte belastingdruk verschuiving tevens het tarief met 8% te verhogen. Nog afgezien van de belastingdrukverschuiving van boerderijen, winkels en bedrijven naar woningen betekent dit dat met name mensen die in tussenwoningen van een rij wonen geconfronteerd worden met zo'n 11% verhoging. Dat is dan nog gemiddeld. Want in een proefberekening van een zevental tussenwoningen ben ik ook twee panden met een verhoging van 17% en één van 20% tegengekomen. U zult zeggen dat de belastingdruk hier al zo laag is en dat het gaat om enkele guldens. Inderdaad. Maar in samenhang met andere ver hogingen stelt dit toch weer een aantal mensen voor problemen. Wij vragen ons dan ook af of dergelijke verhogingen voor de andere fracties wel aanvaardbaar zijn. De heer VAN MIERT: In de commissie financiën hebben wij reeds de redenen aangegeven waarom wij akkoord kunnen gaan met het voorstel. De heer ERMEN: Wij gaan akkoord met het voorstel inclusief de reeds verwoorde verschuivingen. Er is meestal geen relatie te leggen tussen het wonen in een tussenwoning en het inkomen. De heer MARIJNISSEN: In de commissie financiën hebben wij onze instemming betuigd en dat doen wij nu ook. De heer VISSENBERG: Wij gaan akkoord met het voorstel. In maart 1987 hebben wij een krediet beschikbaar gesteld van f 100.000,— voor het onderzoek van het factorenstelsel. Gezien het feit dat wij over 5 jaar moeten overstappen op de waardegrondslag zou ik graag willen weten wat de opbrengst zal zijn van deze belasting tot aan de datum van overgang, rekening houdend met deze investering van f 100.000, VOORZITTER: Ik denk dat niemand blij is met een tariefsverhoging van 8 procent. Voor een huurder komt dat gemiddeld weer op f 0,46 per maand. Een verhoging van 4 procent betekent een verhoging van f 0,23 per maand. De belastingdruk is in onze gemeente niet hoog. Wij proberen echter de belastingdruk zo laag mogelijk te houden. Deze extra inkomsten zijn nodig om het investeringsniveau op een redelijk peil te houden. De gemeente Rucphen heeft besloten zo lang mogelijk de oppervlaktegrondslag te blijven hanteren omdat het voor de inwoners beter te volgen is en omdat er bij verplichte overgang over 5 jaar een vergoeding van het rijk te verwachten is. De heer JANSEN: Wij gaan akkoord met het voorstel met uitzondering van de verhoging met 8 procent. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel met uitzondering van de leden van de fractie van de P.v.d.A. Garantie verlening r.c.- overeenkomsten Voorstel tot garantieverlening ter zake van rekening-courant overeenkomsten aan te gaan door een aantal plaatselijke sociaal- culturele stichtingen De raad gaat akkoord met het voorstel.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1987 | | pagina 247