V' - 7 - De heer VROEGRIJK: Ik hoop dat de subsidies voor de majoretten- korpsen bespreekbaar zullen blijven. Ik ben het niet eens met de vergelijking tussen de gesubsidieerde instellingen en de schilders vereniging. De muziekkorpsen kunnen het niet alleen af met een kwast en wat verf. Wethouder SCHIJVEN: Het college is van mening dat een werkplan voldoende garantie biedt om te waken over de subsidiegelden. Achter af zal er een toetsing kunnen plaatsvinden. Bij de vergelijking met de schildersvereniging St. Josef doelde ik niet op de subsidietoekenning. Ik wilde aangeven dat een niet- gesubsidieerde vereniging ook hun prestaties op het gebied van kunst en cultuur naar buiten uitdragen. De tegenprestaties hoeven niet opgenomen te worden als subsidievoorwaarden. Indien de vereniging geen activiteiten verzorgt, dan zullen de leden hiertegen uitkomen. Indien er dan toch bepaalde voorwaarden gesteld zouden moeten^ dan 260188) dient dit bezien te worden bij de herziening van de algemene subsidieverordening specifiek welzijn. Het is niet goed mogelijk om een uniform subsidiecriterium voor alle verschillende verenigingen, die bezig zijn op het sociaal-cultureel terrein, vast te stellen. Men moet hier nuances in aanbrengen omdat iedere categorie verschillend is en specifieke eisen stelt. Een van onze uitgangspunten is echter altijd de eenvoud van subsidie regelingen geweest. Budgettering is een waarderingssubsidie. Toetsing kan naderhand plaatsvinden. Op bladzijde 4 van de nota wordt duidelijk aangegeven dat de raad aan kan geven wanneer men moet subsidiëren en om welke bedragen het gaat. Dat is flexibel inspelen. Indien er voor het jeugdwerk een peildatum (1 september) en een toetsingsdatum (31 december) vastgesteld moet worden, wordt hier dan ook mee bedoeld dat de leden tenminste 4 maanden lid moeten zijn om medebepalend te zijn voor het te verkrijgen subsidie? Dit zou dan gestalte kunnen krijgen bij de herziening van de algemene subsidie verordening specifiek welzijn. Tegen die tijd kan er over geadvi seerd worden in de commissie welzijn. Ik ben van mening dat een subsidie voor de Mgr. Savelbergstichting overbodig isWij hebben te maken met een budget dat voortdurend onder druk staat. In 1989 zal er weer f 130.000,bezuinigd dienen te worden. In de loop van 1988 zal bekeken worden of de zelfstandige majorettenverenigingen een extra subsidie zullen ontvangen. De heer MARIJNISSEN: Wij zijn inderdaad van mening dat een lid eerst 4 maanden aangesloten moet zijn bij een vereniging voordat hij of zij meegenomen wordt in de telling. Ik stel voor dat dit dan opgenomen wordt in de subsidieregeling. De heer BROUWERS: Toch zou ik ervoor willen pleiten dat bij de herziening van de algemene subsidieverordening specifiek welzijn aansluiting gezocht wordt bij de subsidievoorwaarden die gelden voor de sportverenigingen. De heer ERMEN: Het gaat hier om specifieke subsidieregelingen waaraan specifieke subsidievoorwaarden verbonden kunnen worden. Straks worden specifieke voorwaarden in een algemene subsidieverordening opgenomen. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer BrouwersDe voorwaarden dienen opgenomen te worden omdat het gaat om besteding van gemeenschapsgelden. Hier dienen beheersregels voor te gelden.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1987 | | pagina 241