De heer ERMEN: Binnen subsidieverordeningen dienen spelregels en voorwaarden te gelden omdat je als gemeentelijke overheid te waken hebt over centen die je door anderen laat besteden. Een werkplan is een programma van activiteiten dat inhoudelijk getoetst zou moeten worden. Zo dient er ook bij het kindervakantiewerk een bepaalde oelstellmg achter te zitten ten aanzien van het musisch of creatief bezig zijn. Men dient een idee aan te geven waar de gelden voor bedoeld zijn. Elk idee dat daarmee in strijd is, zou niet gesubsidieerd moeten worden. Indien een vereniging gebruik maakt van een subsidie dan dienen zij rekenschap te geven van de besteding van de gemeenschapsgelden. Je dient dan een aantal voorwaarden te stellen om de aard van de doel stelling te kunnen aangeven. Wij streven wel naar eenvoud maar wij willen niet alles automatisch loslaten. Een vergelijking met een vereniging die geen subsidie ontvangt gaat absoluut niet op omdat wij daar totaal geen zeggenschap in het beleid hebben. Ik k?n..?e?n consequent beleid ontdekken in de verschillende subsidiëringen. Er wordt als volgt gesubsidieerd: muziekgezelschap pen per onderdeel, toneelverenigingen een vast bedrag, peuterspeel zalen per groep per dagdeel, jeugdwerk per groepsaantalkinder vakantiewerk per inwoneraantal in een bepaalde leeftijdscategorie (.zonder inhoudelijke toetsing). Wij staan achter budgettering wat inhoudt dat vooraf een inhoude lijke toetsing plaatsvindt en dat daarop een budget wordt afgestemd. Ik vraag mij af of budgettering een flexibel systeem is voor de subsidiegever of de subsidie-ontvanger. Op pagina 4 van het voorstel staat: "Wij verwachten nogmaals dat u jaarlijks, bij het vaststellen van het programma, flexibel in kunt spelen op hetgeen door u wenselijk dan wel noodzakelijk wordt geacht. Ik snap niet wat hiermee wordt bedoeld. De heer MARIJNISSEN: Ik ben blij met de toezegging dat bij een eerstvolgende herziening van de algemene subsidieverordening het opnemen van voorwaarden ten aanzien van muziekgezelschappen en het amateurtoneel herspreekbaar wordt gemaakt. Op bladzijde 8 van het voorstel staat vermeld dat per 1 september van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar het subsidie aan gevraagd kan worden. Wij zijn van mening dat hier aan toegevoegd dient te worden dat de peildatum 1 september en dat de toetsings datum 31 december is. Na de vakantieperiode vindt er meestal een wervingsactie plaats van leden. Het is mogelijk dat het aantal leden op dat moment groter is dan enige tijd na de peildatum. Met voor noemde toevoegingen gaan wij akkoord met het voorstel. De heer BROUWERS: Zodra een sportvereniging om subsidie vraagt, wordt gesteld dat zij een minimum aantal leden moeten hebben, aangesloten moeten zijn bij een landelijke bond, enzovoorts. De heer VAN DER MEIJS: Wij zijn het eens met het C.D.A. Indien er geen voorwaarden worden vastgesteld, zijn wij administratief zeker eenvoudiger uit. Achteraf kunnen er echter meer problemen ontstaan door protesten van verenigingen omdat er geen duidelijkheid is. Wij vinden het jammer dat het subsidie voor de Mgr. Savelberg- stichting verminderd of misschien wel beëindigd wordt. Wij sluiten ons aan bij de suggestie van de R.V.P. ten aanzien van de data voor het jeugdwerk. Tot slot willen wij voorstellen om na een jaar de hele zaak te evalueren.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1987 | | pagina 240