-12- Dan onze visie op toekomstige bezuinigingen: 1. Evenals het CDA willen wij in 1988 evalueren. 2. Intussen willen wij een discussie en standpuntbepaling over het wel of niet openhouden van gebouwen. Dit zo snel mogelijk, liefst vóór 1 januari 1988. 3. Een nota over de concrete bezuinigingsplannen tot 1990 naar aanlei ding van evaluatie en uitspraken over het sluiten van gebouwen zal vóór oktober 1988 moeten verschijnen. 4. Kort daarop kan dan het bezuinigingsbeleid in de raad worden vast gelegd De heer ERMEN: In de commissie welzijn hebben wij gevraagd om de over gangstermijn van 3 jaar niet al te hard te laten zijn. De overgangs termijn dient ruim te zijn. In 1988 dient de evaluatie plaats te vinden en daaruit zal het beleid voort moeten komen. In de commissievergade ring is geen concrete toezegging gedaan omtrent een evaluatie in 1988 en dat de overgangstermijn van 3 jaar niet automatisch vast zou moeten staan De WSW-regeling herbergt zeker enkele bedrijfsmatige karaktertrekken maar het is juist het sociale karakter van de WSW dat bij afvloeiing de krachten herplaatst worden. Op dit moment is er een tijdelijke stop op WSW-detacheringen maar het is niet uitgesloten dat de stop op termijn opgeheven wordt Verder vragen wij om een gescheiden boekhouding van het gemeenschaps huis "Den Berg" dat een gemeentelijke voorziening is. Om praktische redenen kan de exploitatie in handen blijven van het SKW St. Wille- brord. De revenuen dienen echter in zijn totaliteit bekeken te worden en niet alleen voor St. Willebrord. In de subsidieverordening dient o.i. opgenomen te worden dat er geen paracommerciële activiteiten in gemeenschapshuizen mogen plaatsvinden. Commercieel denken en handelen mag tot op zekere hoogte, paracommercialisme is echter uit den boze. Voor ons staat ook nog niet vast dat alle accommodaties in stand gehou den kunnen worden. De heer VISSENBERG: In grote lijnen akkoord. Voor het beheer van "Den Berg" vinden wij één persoon te weinig. Het SKW St. Willebrord is zelfs bereid de WSW'-er over te nemen die hier zou moeten afvloeien. De heer MARIJNISSEN: Wij gaan akkoord met het voorstel te meer daar wij onze opmerkingen, gemaakt in de commissie welzijn, hierin terugzien. De overgangsperiode dient ruim gesteld te worden. Deze periode dient pas aan te vangen na 1988 op het moment dat duidelijk is dat met het voor gestelde beleid beheer en exploitatie mogelijk is. Wij wachten hiertoe ook het antwoord op onze algemene beschouwingen af. De heer VAN MIERT: Wij gaan akkoord met het voorstel. In onze algemene beschouwingen hebben wij reeds gesproken over het al dan niet open houden van de accommodaties. Wij wachten dan ook uw antwoord af. De heer VROEGRIJK: Op dit moment geldt er nog een stop op het WSW- personeel. Het zal dan ook weinig moeite kosten om deze mensen onder te brengen Wethouder SCHIJVEN: Op dit moment ben ik reeds bezig om de bezuinigin gen voor 1989 (f 130.000,— a f 140.000,in te vullen. Wij bezien de zaken toch zeker wel op de langere termijn. Ten aanzien van de afvloeiing van het beheers- en onderhoudspersoneel dien ik te vermelden dat er een driepartijenoverleg tussen de gemeente, de werkgevers en de werknemers gepland is. De werknemers konden daarbij niet aanwezig zijn en zullen hierover nog in een later stadium met ons in overleg kunnen treden. Afvloeiing per dorp is volgens de werkgevers mogelijk. De diensttijd behoeft niet de maatstaf te zijn.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1987 | | pagina 168