11 Hierna gaat de raad over tot hoofdelijke stemming over het amendement van het CDA. Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van het CDA, de PvdA en Lijst Vroegrijk en tegen het amendement stemmen de leden van de fracties van de WD, de Vrije Lijst en de RVP. Het amende ment is aldus verworpen met 12 stemmen tegen 7. VOORZITTER: Thans is het voorstel van het college aan de orde met de wijzigingen hierop aangebracht, zoals verwoord in het herziene voor stel. De heer JANSEN: Wij gaan akkoord met uitzondering van de bezuiniging op het baanlozenproject De heer VAN MIERT: Wij gaan akkoord met het voorstel met uitzondering van de bezuiniging op de St. Nicolaascomités. De heer ERMEN: Wij gaan in grote lijnen akkoord met het voorstel met uitzondering van de bezuiniging op de muziekgezelschappen. Wij zijn niet tegen de omvang van het bedrag maar wij zouden er graag een differentiatie in aangebracht zien. Voor 1988 gaan wij akkoord met uw voorstel ten aanzien van de St. Nicolaascomités, maar voor 1989 en 1990 wensen wij een nadere bezinning hierop. De heer MARIJNISSEN: Akkoord ook met uw voorstel. Evenals het CDA houden wij graag het subsidie aan de St. Nicolaascomités bespreekbaar voor de jaren 1989 en volgende. De heer VISSENBERG: Evenals de PvdA gaan wij akkoord met uw voorstel, behoudens de bezuiniging op het baanlozenwerk. De heer VROEGRIJK: Wij sluiten ons aan bij CDA en RVP en vinden dat het subsidie voor de St. Nicolaascomités voor na 1988 bespreekbaar moet blijven. Hierna gaat de raad akkoord met het voorstel met aantekening van de opmerkingen hiervoor gemaakt. Sociaal- Voorstel tot het: culturele - intrekken van de "subsidieregeling Gemeenschapshuizen"; accommo- - vaststellen van de beleidsnota "Beheer en exploitatie sociaal- daties culturele accommodaties" De heer VAN DER MEIJS: De PvdA vindt het jammer dat u vasthoudt aan de grote lijn van de door u voorgestelde bezuinigingen. Nu ook gebleken is dat de meeste fracties met u meegaan en onze pogingen om een weg in te slaan naar bezuinigingsbeleid op langere termijn alsnog geen ondersteu ning vindt, zijn wij genoodzaakt de volgens ons verdere weg, na deze beslissingen, aan te geven. We willen dat direct ook doen maar aller eerst vragen wij opheldering: de uitspraken in de commissie welzijn van wethouder Schijven hebben mij als oud-vakbondsbestuurder erg verbaasd. Daarom de volgende vragen: 1Kunt u de uitspraak dat bij ontslag van beheerspersoneel en onder houdspersoneel een afvloeiingsvolgorde per dorp zou kunnen gelden in plaats van een centrale afvloeiingsvolgorde hard maken? Heeft u hierover overleg gehad met werknemersorganisaties? Zo ja, welke en heeft u hiervan een schriftelijke verklaring? 2. Kan deze regeling volgens u ook worden toegepast op agogisch perso neel en heeft u hier ook bewijzen voor? Over het paracommercialisme had o.i. nu een duidelijke afspraak vast moeten liggen. SKW-besturen weten nu niet waar ze aan toe zijn. Wederom een beslissing zonder duidelijk beleid. Wij betreuren dit extra omdat de barexploitatie een van de pijlers zal worden waarop het SKW-bestuur moet gaan draaien, hetgeen o.i. een fout beleid is. Dit is dan ook een van de gronden waarop wij tegen blijven.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1987 | | pagina 167