-8- B. Een specifieke uitkering op basis van ledenaantal, met dien ver stande dat het resterende bedrag binnen het totale budget gedeeld wordt door het aantal fictieve leden. Onder een fictief lid wordt verstaan elk lid van een vereniging maal de factor 3,2, 1 zijnde de onderdelen harmonie, fanfare, accordeon (3) - drumbands (2) - majorettes 1 Gezien de grote teruggang van de financiële middelen voor betrokken verenigingen gaan we uit van de volgende budgettering: 1988 f 65.000, 1989 f 55.000, 1990 f 55.000, Het voorstel is ondertekend door de heer Ermen, mevrouw Vermunt en de heer De Jong, zodat het amendement deel uitmaakt van de beraadslagin gen. De heer ERMEN: Graag zou ik hier ter verduidelijking nog niets aan toe voegen. Laten we ons niet leiden door de uitkomsten van voorbeelden. Eén voorbeeld wil ik wel belichten: in onze verdeling komt het subsidie voor de majorettes er wel gunstiger uit dan met een vast bedrag. Het gaat er ons niet om wat voor een vereniging gunstig of ongunstig is, maar om het basisprincipe van een evenwichtigere verdeling. De heer VAN MIERT: Ik heb in eerste termijn duidelijk gezegd dat wij in eerste instantie niet onwelwillend tegenover het CDA-voorstel stonden, maar dat wij na zorgvuldig beraad tot een andere conclusie zijn gekomen De heer ERMEN: De woorden van de heer Molenaar in de commissie welzijn waren van dien aard dat wij dachten hierin door de WD gesteund te worden De heer VAN MIERT: De heer Molenaar is er in tweede termijn in de commissie welzijn niet op teruggekomen. De vaste kosten zijn voor ieder gezelschap hetzelfde. Ik denk hierbij aan de kosten van een dirigent, een instructeur of instructriceDaar is de vergoeding voor. Indien een vereniging groter is, kan men meer acties ondernemen om geld binnen te krijgen. Wij zien het subsidie als een tegemoetkoming in de vaste kosten. Ten aanzien van St. Nicolaas gaan wij akkoord met het vervallen van het bedrag van f 200,maar de tractatie van f 1,20 per kind dient gehand haafd te blijven. De heer VISSENBERG: Het college is kennelijk niet van plan de organisa tie van kermissen naar zich toe te halen. In het voorstel van het CDA gaat de vereniging Sempre Crescendo er f 1.400,op achteruit. Wij hebben hier grote bezwaren tegen omdat deze vereniging nooit heeft kunnen profiteren van de opbrengst van een kermis. Ik heb vernomen dat zij geen subsidie nodig zouden hebben indien zij bij toerbeurt de kermis zouden mogen organiseren. Indien Sempre Crescendo in het voorstel van het CDA wel f 6.500,zou krijgen dan konden wij hun amendement steunen. De heer MARIJNISSEN: Wij steunen het collegevoorstel met betrekking tot de amateuristische kunstbeoefening, dit vanwege de eenvoud van de rege ling. Wij willen ook het subsidie voor de St. Nicolaascomités na de over gangsregeling bespreekbaar houden. Wij doen er nu nog geen uitspraak over. De heer BROUWERS: Het organiseren van de kermissen is een gepasseerd station. Deze trein is in het verleden gaan rijden en de Vrije Lijst is

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1987 | | pagina 164