-7-
Wethouder SCHIJVEN: Het zou een stuk gemakkelijker geweest zijn indien
ik nu voor Sinterklaas zou kunnen spelen. Volgens mij is de PvdA alleen
bezorgd om een bepaalde groep: de WSW-krachtenZij zijn kennelijk niet
bezorgd om de agogische formatie. In het programma 1987 is al aan
gegeven dat twee WSW-krachten voor het baanlozenwerk te veel is.
Vooralsnog houden wij vast aan één WSW-kracht op die plaats.
Ten aanzien van de opmerking van de heer Marijnissen wil ik zeggen dat
er geen sprake is van een aanvullend krediet maar van een aanvullend
subsidie.
In de krant stond inderdaad verkeerd vermeld dat de RVP in de commis
sievergadering pleitte voor sluiting van accommodaties.
Wij zijn met de heer van Miert van mening dat de controlefactor in het
model van het CDA ten aanzien van amateuristische kunstbeoefening te
problematisch wordt.
Ik ben van mening dat de buskosten voor de carnavalsverenigingen, ge
maakt t.b.v. de sleuteluitreiking, voor subsidie in aanmerking moeten
kunnen blijven komen.
De subsidie voor St. Nicolaas is geheel weggenomen omdat het gaat om
een bedrag van f 500,per dorp dat door de plaatselijke middenstand
of de ouders zelf opgebracht kan worden. Het gaat hierbij toch vooral
om de intocht van St. Nicolaas zonder randverschijnselen. Ons voorstel
ten aanzien van de amateuristische kunstbeoefening is inderdaad
eenvoudig, maar dat is met opzet gedaan. De differentiatie naar grote
en kleine gezelschappen is niet aan te brengen. Een kleine vereniging
kan soms meer kosten dan een grote vereniging. Het minimum als
tegemoetkoming in de exploitatiekosten wordt voor alle verenigingen
gelijkgesteld. Differentiatie nodigt uit tot het niet juist omgaan met
de feitelijke gegevens. Wij houden daarom vast aan ons voorstel.
De totale bezuiniging voor de sector welzijn van 30% is door ons verder
doorgerekend naar de diverse onderdelen. Bij sommige onderdelen zijn
wij zelfs gegaan tot korting van 100% omdat het hierbij ging om vrij
kleine bedragen. Ik denk echter niet dat er sprake is van een "botte
bijl". Wij zijn van mening dat ook met minder subsidie het muzikale
bezit behouden kan blijven.
De heer ERMEN: Wij zijn niet overtuigd door de woorden van de wethou
der. De differentiatie die wij voorstellen is in feite een omrekenings
factor gebaseerd op het ledental zoals dat nu ook bij heel veel vereni
gingen gebeurt. In de verfijning kun je natuurlijk zeggen dat iemand
minimaal één jaar lid moet zijn i.v.m. de mogelijke kortstondige lid
maatschappen. Als bij andere verenigingen het ledenaantal een norma
tieve factor kan zijn, dan moet dat bij de muziekgezelschappen ook
kunnen. Wij gaan akkoord met de overgangsregeling voor de St. Nicolaas-
comités, voor 1989/1990 willen wij deze zaak discussieerbaar houden.
Dit is echter voor ons geen hard punt.
Ten aanzien van de muziekgezelschappen zijn wij het niet eens met uw
college, vandaar dat wij nu overgaan tot het indienen van een amende
ment
VOORZITTER: Het amendement van het CDA luidt als volgt:
"De CDA-fractie is tot de conclusie gekomen dit voorstel alsvolgt te
wijzigen:
De subsidierichtlijn voor muziekgezelschappen wordt herzien. De nieuwe
subsidiesystematiek zal gebaseerd zijn op de volgende uitgangspunten:
A. 1. een vast bedrag van f 3.000,voor harmonie, fanfare of
accordeongezelschap (is factor 3);
2. een vast bedrag van f 2.000,voor drumbands (is factor 2);
3. een vast bedrag van f 1.000,voor majorettes (is factor 1).