-30- verkregen advies zal worden verdeeld via een gedifferenti eerde verlaging van de bedragen per woonruimte. Hiermede zou worden voorkomen dat gemeentel met veel verfijningen extra zwaar worden belast. Onze vraag is dan ook, in welke positie verkeren wij voor wat betreft deze ombuigingsoperatie. De financiële positie is zoals gesteld niet rooskleurig. Wij hebben er begrip voor dat de gemeentelijke financiën onder zware druk staan en dat het gemeentelijk voor- zieningennivo onder de huidige opbrengsten niet kan worden gehandhaafd. Het valt ons zwaar akkoord te moeten gaan met een verhoging van 2% voor de belastingen en andere tarieven voor 1988. Ook de onroerendgoed belasting zal omhoog gaan met maar liefst 8%. Zoals u zelf stelt: het is niet anders. Uw mening dat de reservemiddelen in principe niet aangespro ken dienen te worden delen wij niet volledig. Wanneer er dermate grote knelpunten zich voordoen welke grote kosten met zich meebrengen, dan moeten wij ook een beroep durven doen op deze middelen. Tenslotte dringen wij erop aan een herbezinning te laten volgen met de vraag:"Wat willen en kunnen wij voor de toekomst" In het oog houdend de finan ciële positie van de gemeente er> de financiële druk welke wij op de schouders van onze inwoners kunnen en mogen leg gen. Wij wensen u daarbij veel wijsheid en sterkte toe.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1987 | | pagina 135