zeker wel zal liggen. Die verandering zal voor hem en voor ons die
achter de tafel van het dagelijks bestuur blijven zitten, een hele
verandering zijn. Wij zullen er wel even aan moeten wennen.
Ook voor mij persoonlijk zal het een verandering betekenen. Vanaf
mijn benoeming in Rucphen in 1981hebben wij steeds voortreffelijk
samengewerkt. Direct bij onze eerste ontmoeting in Den Haag klikte
het tussen ons en dat is altijd zo gebleven. Ik bewonder de werkkracht
van wethouder Brouwers. Vaak heb ik mij afgevraagd waar haalt hij
de tijd vandaan. Het werk van zijn zaak, het werk op het gemeentehuis
en aarnaast de dagelijkse trainingsarbeid op de fiets. Ik noem dan
nog maar met het werk als dagelijks bestuurder van het gewest en
het werk dat als KNWÜ-functionaris moest worden verricht.
U, mijnheer Brouwers, verstaat de kunst om meer uren in een etmaal
te stoppen, zo veronderstel ik. Toch had u uw zaken altijd voor elkaar.
Uw grote kennis van onze gemeenschap kwam daarbij natuurlijk goed van
pas. Ik zal u missen op de maandagmorgen. U liep dan altijd even bin
nen om een praatje te maken, na te gaan of er nog bijzonderheden wa
ren. Vriendschappelijk gaf u dan ook nog wat raad.
Ik begrijp best dat u het na zoveel tropenjaren wat rustiger aan wilt
gaan doen, al betreur ik dat wel. Het waren zware jaren, vooral in
de laatste periode. Op welzijnsgebied is veel in beweging. De finan
ciën werden krapper, juist op het terrein van het welzijn waarin
jaren geleden eigenlijk alles kon.
Het sociaal-cultureel plan, de reorganisatie van het welzijnswerk,
de P.B.-stichting, heeft u veel hoofdbrekens en inspanning gekost.'
Waar het is gelukt en het gaat de goede kant op. Meer wil ik eigen
lijk bij dit afscheid niet zeggen. Want u blijft nog als raadslid en
bij uw afscheid t.z.t. moet ik ook nog iets tegen u kunnen zeggen
zonder in herhalingen te vervallen.
Daarom heel veel dank voor al het werk als wethouder gedurende twaalf
jaar. Veel dank ook voor de fijne samenwerking. Geen afscheid als
raadslid dus ook geen tinnen bord. Wel deze mooie scheepskaraf met
vier wijnglazen als tastbare herinnering aan de wethoudersjaren.
Dames en heren, er is nog een feit dat ik hier mag vermelden. Ik heb de kwali
teiten van wethouder Brouwers reeds genoemd.Deze zijn niet alleen in onze ge
meente bekend maar ook ver daarbuiten. Uiteraard als dagelijks bestuurder
in het Streekgewest, als consul bij de KNOT en verder in een groot aantal func
ties waarin hij de gemeente vertegenwoordigde. Ik ben buitengewoon blij om van
avond te kunnen bekendmaken dat ook ver buiten onze gemeenschap de kwaliteiten
van wethouder Brouwers erkend worden. Hij is door Hare Majesteit begiftigd met
het ridderschap in de orde van Oranje Nassau.