-19-
Vrije
lijst
ONDERWERP
ANTWOORD
Woningbouwplanning.
CDA
Vrije Lijst
RVP
Lijst Jas
pers
De Vrije Lijst betreurt het, dat wij geen bezwaar hebben gemaakt bij
Gedeputeerde Staten tegen de toegewezen richtgetallen voor de
woningbouw in de komende jaren.
Zoals reeds in eerste termijn vrij uitvoerig is uiteengezet, is de
beslissing echter niet zomaar uit de lucht komen vallen; deze is
een uitvloeisel van een diepgaand onderzoek.
Er zal ook in onze gemeente in de komende jaren onmiskenbaar een
afnemende vraag naar woningen zijn en het gaat niet aan om voor
de leegstand te bouwen. Daarom zou het niet van realiteitszin
getuigen om toch maar bezwaar tegen de richtgetallen aan te
tekenen.
Wanneer ik U nog niet voldoende mocht hebben overtuigd, raad ik
U aan, inzage te nemen van de cijfers en gegevens, welke ten grond
slag hebben gelegen aan onze besluitvorming en aan onze nota,
behandeld in de commissie Bestuurlijke Zaken van 20 oktober j.l.
ONDERWERPVerkoop huurwoningen door de WSR.
ANTWOORD
In eerste termijn hebben Vrije Lijst, RVP en Lijst Jaspers omtrent
deze kwestie vragen gesteld.
In tweede termijn verklaart het CDA zich achter het beleid van het
college te scharen; eerdergenoemde partijen blijven daarentegen bij
hun aanvankelijk oordeel en bepleiten nogmaals de verkoop van huur
woningen aan de huurders. De RVP heeft daarbij aangetekend, in de
toekomst desnoods met een initiatief -voorstel terzake te zullen
komen.
Wij hebben er begrip voor, dat IJ van mening bent, dat een aantal
argumenten pleiten vóór de overdracht van woningwetwoningen aan de
huurders. Echter, de argumenten, welke daartégen pleiten - ik heb
ze in eerste termijn opgesomd - wegen naar het oordeel van het
college vooralsnog aanzienlijk zwaarder; zo voelen wij niets voor
het uitkleden" van de WSR door het afstoten van eigendommen nog
voordat de verhouding organisatie-aantal woningen in evenwicht is.
Op basis van een en ander blijven wij bij ons eerder ingenomen
standpunt.
Toch wil ik nog enige aanvullende opmerkingen plaatsen. Tussen de
gemeente en de WSR bestaat thans overeenstemming waar het betreft
het beleid ten aanzien van niet alleen de verkoop van huurwoningen,
maar ook ten aanzien van de toewijzingscriteria voor huurwoningen.
Dit beleid is in goed overleg en op goede gronden tot stand gekomen.
Zolang de .grondslag voor dit beleid geen wijziging ondergaat, gaat
het niet aan, dat een van beide partijen eenzijdig van beleid
verandert, tégen de wil van de ander. In zo een omstandigheid
ontstaat een verharding van standpunten. In de aan de orde zijnde
zaak zou de WSR dan weieens kunnen zeggen: het gemeentebestuur
kan doen wat het wil. maar wij verkopen geen enkele woning.
Het moet n.l. duidelijk zijn gezegd: de WSR heeft de medewerking
van het gemeentebestuur nodig wanneer deze woningen wil verkopen.
Wanneer zij géén woningen wil verkopen, kan de gemeente haar daartoe
echter niet dwingen; wat dat betreft is de WSR als eigenaresse
autonoomS
Gelet op deze mogelijke ontwikkelingen ontraden wij de RVP terzake
met een initiatief-voorstel te komen. Het ware onzes inziens beter
de ontwikkelingen af te wachten. Misschien, dat deze in de toekomst
een zodanige wending nemen, dat een aanpassing van de beleids
bepaling (in onderling overleg) tot de mogelijkheden gaat behoren.