<1 ft CI RV -15- 0NDERWJ2RP: Verg^^j^n^jjoon^^e^^^^me^ander^^emeervt^r^ ANTWOORD Alhoewel uw raad een eigen verantwoordelijkheid heeft waar het gaat om het beleid ten aanzien van de hoogte van de verschil lende belasting- en andere tarieven, is het zeker niet onte recht wat de woonlasten betreft een vergelijking te trekken met nabuur c.q. andere gemeenten. Duidelijk wordt daarmee aangegeven dat in gelijke omstandighedem verkerende gezinnen met minimale inkomens in onze gemeente meer worden ontzien dan die in andere gemeenten. Ruimte om inkomenspolitiek te bedrijven op het gebied van ge meentelijke belastingen is er en komt er van gemeentewege prak tisch niet, aangezien dit voorbehouden is aan de rijksoverheid. ONDERWERP: privatisering ANTWOORD Bij onze beantwoording hebben wij een aantal zaken genoemd waaruit bleek, dat privatisering in het verleden onze aan dacht had. Ook wij overwegen verdere privatisering. Wij willen dit niet doen op basis van veronderstellingen en vooroordelen maar op basis van een objectief onderzoek. Privatisering komt, zoals u weet, in verschillende vormen voor, bijvoorbeeld uitbesteding van taken, afstoten van taken, verzelfstandiging van taakonderdelen enz. Met pri vatisering kan men verschillende doeleinden nastreven, zoals bijvoorbeeld verkleining van het ambtelijk apparaat en financiële besparingen. Privatisering heeft naast voor delen ook nadelen, waarvan we noemen vermindering van ar beidsplaatsen bij de gemeente en aantasting van gevestigde posities van ambtenaren. Gezien deze omstandigheden is het uitermate moeilijk één toekomstvisie te geven met betrek king tot privatisering van verschillende gemeentelijke taken. Per onderdeel zal moeten worden afgewogen <5f priva tisering aanbeveling verdient en hóe dit moet gebeuren. Dat daarbij nog andere facetten spelen dan personele en financiële is een duidelijke zaak. Immers, zaken als con tinuïteit in de taakbehartiging en kwaliteit van de dienst verlening dienen mede in de beoordeling te worden betrokken. Géén algemene toekomstvisie dus, maar onderzoek van taak tot taak wanneer daarvoor aanleiding lijkt te bestaan. ONDERWERPFinanciële gevolgen opheffing Woonwagenschap Weste- Tï^Tr"Woor3TBraEan^^ ANTWOORD1 In het antwoord gegeven in eerste termijn staat duidelijk ver meld, dat uitgegaan is van de gegevens welke opgenomen zijn in de oorspronkelijke begroting 1985 van het Woonwagenschap en het voorstel van het schap tot opheffing van 23 september 1986. De diverse methodes van overdracht van de standplaatsen en sloopterreinen, die als bijlagen bi*j eerdergenoemd voorstel zijn gevoegd, zijn namelijk gebaseerd op de oorspronkelijke begroting 1985 van het Woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant. Hierbij merken wij het volgende op. Bij de berekening van bovenvermelde methodes is nog geen reke ning gehouden met de waarde van de ondergrond van de standplaat sen en het sloopterrein aan de Helakkerstraat te Rucphen. Deze ondergrond is pas in de loop van 1985 overgedragen aan het Woon wagenschap

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1986 | | pagina 201