-14-
j ONDERWERPHondenbelasting
WD
CDA
PvdA
Lijst
Jaspers
ANTWOORD
ANTWOORDZoals door ons gesteld bij de beantwoording in 1
termijn(aan het adres van de WD) overweg»* wij
om de hondenbelasting af te schaffen; een besluit
hebben wij dienaangaande nog niet genomen.
Wij zullen u in de loop van het jaar 1987 een nota
doen toekomen waarin wij uitvoerig op de hondenbelasting
zullen ingaan.
Indien het besluit genomen zou worden om de honden
belasting af te schaffen «dan zijn wij van mening dat
een hierdoor ontstaan middelenverlies zal moeten worden
gecompenseerd(hiervoor zullen andere dekkingsmiddelen
moeten worden aangewezen).
ONDERWERPRentevoordeel verschuiving aanslagdatum o.g.b.
Zoals door ons in 1e termijn aan uw adres is weergegeven,
zijn wij voornemens om de aanslagen onroerend-
goedbelastingen omstreeks mei/juni 1987 op te leggen.
Een en ander heeft wel tot gevolg - in verband met
spreiding van de belastingaanslagen - dat andere
belastingen/rechten/heffingen veelal naar een later
tijdstip zullen worden verschoven. Dit heeft dan
voorts tot gevolg dat ,het eerder genoten rentevoor
deel (door eerder de onroerend-goedbelastingen op te
leggen) weer voor een belangrijk gedeelte teniet wordt
gedaan.
Een exacte berekening van het rentevoordeel is niet
mogelijk; er spelen hierbij teveel factoren die op
voorhand niet exact bekend zijn(o#a. datum aanslag
oplegging, rentepercentage, opbrengst).
Wij zijn van mening dat de door ons voorgestane
planning van de belastingaanslagen voor het jaar 1987
voor ons en onze inwoners zodanig gepland zijn dat
bereikt wordt dat:
- betalingen zijn gespreid over het gehele jaar;
- een klein rentevoordeel te behalen valt;
- werkdruk op de afdeling financiën (in verband met het
samenstellen van de kohieren) binnen aanvaardbare
grenzen blijft.
ONDERWERP
ANTWOORD
Aanbren£en_j-iuancering^ni^j^ej~hoj
>ging van tarievenjbe-
lastingen en heffingen ten gunste van de eigen inwo
ners en de lagere inkomens.
De P.v.d.A heeft een aantal bezuinigingsvoorstellen gelanceerd,
welke evenwel niet a la minute kunnen worden doorgevoerd. Veelal
zal hiervoor wijziging van subsidieverordeningen noodzakelijk
zijn. Wij hebben in dit verband aangekondigd in 1987 te komen met
voorstellen tot herziening van de diverse subsidieregelingen.
Overigens zou met de door de P.v.d.A. gedane voorstellen niet de
doelstelling van het college worden bereikt, n.l. dat van het ver
krijgen van een jaarlijks middelenbedrag ad rond ƒ.300.000,--,
teneinde het gemeentelijk voorzieningenniveau zo veel mogelijk te
kunnen handhaven en om de noodzakelijke vervangingsinvesteringen
te kunnen doen.