2b a ft Ik sluit mijn deel van de beantwoording af met twee zaken waarop ik persoonlijk ben aangesproken. Zo voel ik althans de opmerkingen van de heer Jansen over mijn forse salarisverhoging. Ik citeer hem: "Terwijl ook de laagstbe taalden in de ogen van het college geconfronteerd moeten worden met Q% lastenverzwaring op alle fronten, krijgen de hoogste inko mens zelfs forse salarisverhogingen." Mijn brutosalaris zou met bijna 3*000,zijn verhoogd. De heer Jansen heeft op het laatste moment zijn tekst aangepast want hij sprak uit, het stond er niet,: het brutosalaris sociale lasten is met bijna 3*000,verhoogd. De indruk die achterblijft is dat ik er rond 3*000,bij heb gekregen. De Stem pakte dat ook zo op maar informeerde bij mij. Ik ben er geen cent op vooruit gegaan. De stijging zit alleen in de sociale lasten en wel voornamelijk in de A.O.W.-operatie en de pensioenpremie. Net als elke ambtenaar moest ook ik in 1986 mijn A.O.W.-premie zelf gaan betalen en kreeg daartegenover een compen satie Voor de hogere salarissen leverde deze operatie echter een netto achteruitgang op omdat er een maximum in de compensatie werd inge bouwd. De suggestie die in de woorden van de heer Jansen was vervat, name lijk die hogere inkomens gaan er toch maar op vooruit is dus in strijd met de waarheid en ik vind zo'n uitlating demagogisch. Hem in dezelfde stijl beantwoordend zou ik erop kunnen wijzen dat mijn salaris, zie begroting 1984 toen 146.256,47» is gedaald tot 135.248,26 in 1986 en nu weer enigszins stijgt tot 138.094»71* In 1986 was mijn salaris dus zo'n 11.000,minder dan in 1984 en nu nog 8.000, Ook de heer Vissenberg had een persoonlijk woord voor mij. Vermanend sprak hij dat ik mij beter had moeten informeren bij Vrije Lijst en PvdA over eventuele afspraken tussen deze frakties en het CDA over de collegevorming, voordat ik stukken publiceerde in de pers tot zelfs de Panorama over de handdruk. De heer Vissenberg slaat de plank volledig mis. In de eerste plaats heb ik in het geheel niets gepubliceerd en zeker niet in de Panorama. Ik heb desgevraagd door journalisten van Bra bants Nieuwsblad en De Stem commentaar gegeven op het weigeren van die handdruk. Ik vond en ik vind zo'n reactie kinderachtig en onvolwassen. Een begroeting is een elementaire handeling van fatsoen en zegt verder niets over vriendschap. In de tweede plaats heb ik geen oordeel uitgesproken over wie gelijk heeft, CDA of Vrije Lijst. De collegeonderhandelingen zijn buiten mij om gevoerd. Ik ben er in het geheel niet bij betrokken geweest. Het is niet mijn taak na te gaan of men zich wel of niet houdt aan afspraken. Het college wordt gevormd door de politieke partijen. Het verband tussen iets kinderachtig noemen en daardoor niet christelijk handelen ontgaat mij. Overigens heb ik begrepen dat vanaf heden er weer handen geschud gaan worden. Mijn commentaar daarop zou zijn indien mij dat zou wor den gevraagd: Gelukkig heeft het verstand het gewonnen, de verhou dingen zijn weer normaal. Daarmee zijn onze inwoners het best ge diend.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1986 | | pagina 162