[V Vragen inge- )lge artikel 37 glement van orde -9- Behandeling van vragen, gesteld ingevolge artikel 37 van het reglement van orde voor de raadsvergaderingen. De heer MARIJNISSEN: Evenals elders in het land heeft de vorst en dooi grote schade toegebracht aan het wegennet binnen onze gemeente. Wij kunnen ons echter niet aan de indruk onttrekken dat deze schade mede het gevolg is van achterstallig onderhoud van de laatste jaren. Onze fractie zou graag van u vernemen of er al enige duidelijkheid bestaat omtrent de omvang van de schade van het Rucphense wegenstelsel. Indien de post "onderhoud wegen", opgenomen in de begroting 1985» niet toereikend zalzijn, zullen de kosten dan verhaald gaan worden op de algemene middelen? Denkt men op korte termijn met de herstelwerkzaamheden te gaan beginnen, daar de schade aan sommige wegen wel erg groot is? Wethouder VERPAALEN: Inderdaad hebben enkele wegen in onze gemeente geleden van de voorbije vorstperiode, Hoe groot de schade is, valt op dit moment nog niet te zeggen. Dat er de laatste jaren als gevolg van de algemene bezuinigingen noodge dwongen iets minder gedaan is kunnen worden aan het onderhoud van de wegen, valt niet te ontkennen. De bezuinigingen die hebben plaatsgevonden hadden hoofdzakelijk betrekking op de klinkerwegen. Gelukkig is het mogelijk ge weest om de asfaltwegen nog regelmatig van een slijtlaag te voorzien, zodat de vorst op deze wegen slechts weinig greep heeft gekregen. Dat de schade, die nu aan de klinkerwegen in de gemeente is ontstaan, een gevolg is van die bezuinigingen op het onderhoud is slechts ten dele waar. Die vorstschade ontstaat namelijk doordat water onder de bestrating dringt en vanwege het bevroren zandbed niet kan doordringen tot de ondergrond. On— der de klinkers ontstaat een papvormige massa zodat bij vooral zwaar ver keer de klinkers alle kanten op gereden worden. Het spreekt vanzelf dat dit; bij een goede klinkerweg met een goed zandbed minder zal voorkomen dan bij slechte bestrating die uiteen is gereden en hard aan onderhoud toe is, In eerste instantie zullen de kosten bestreden moeten worden uit de post "onderhoud wegen", zoals opgenomen in de begroting van 1985» Wanneer mocht blijken dat de schade een zodanige omvang aanneemt dat deze normaal ge sproken niet meer uit deze post te bestrijden is, zullen wij bij uw raad een aanvullend krediet vragen. Normaliter zullen hiervoor de algemene mid delen, die in de begroting voorhanden zijn, moeten worden aangesproken, tenzij zogenaamde eenmalige middelen beschikbaar zouden zijn of zich op andere begrotingsposten eventueel meevallers zouden voordoen. Zodra de weersomstandigheden het toelaten, zal met de herstelwerkzaamheden worden begonnen. De heer ERMEN: Nu we in de gelukkige omstandigheid verkeren dat we be schikken over een commissie onderwijs en welzijn, willen wij uw aandacht voor het volgende vragen: Uit betrouwbare bron hebben we vernomen dat het instituut voor avondmidden-1 standsonderwijs overweegt om de Maria Gorettischool te verlaten. Het is daarbij denkbaar dat men zelfs de gemeente Rucphen zou kunnen gaan ver laten, Wij zijn van oordeel dat dit een geweldig verlies voor onze gemeente zou betekenen omdat het hier gaat om 150 cursisten. Wij zouden het ten zeerste op prijs stellen dat uw college contact opneemt met de leiding van deze school over deze kwestie en dat dit dan nadien in de commissie onder wijs en welzijn aan de orde komt. Het is ons bekend dat het schoolbestuur van de Stichting Katholiek Onder wijs in de gemeente Rucphen in beroep is gegaan tegen de vastgestelde ver goedingsbedragen van 1984 ©n 1985» Graag zouden wij dit punt een keer aan de orde willen stellen in de commissie onderwijs en welzijn. Wethouder BROUWERS: Dat het instituut voor avondmiddenstandsonderwijs over-l weegt om de Maria Gorettischool te verlaten en zelfs geheel uit de gemeente weg te gaan, is ons niet bekend. Ook wij zouden dit ten zeerste betreuren. Wat ons wel bekend is, is dat het instituut bezwaar heeft gemaakt tegen de huurverhoging die door de Stichting Katholiek Onderwijs is opgelegd. Dat zou kunnen leiden tot huuropzegging. De gemeente verlaten is mijns inziens

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1985 | | pagina 9