De heer ERMEN: Ik heb zonder meer begrip voor het gegeven dat men probeert de bereikbaarheid zo optimaal mogelijk te maken en ik heb ook begrip voor de grote druk die staat op de afdeling Gemeentewerken. Ook het CDA maant vaak tot spoed met betrekking tot realisering van verschillende voorzie ningen zoals b.v. de riolering buitengebied e.d. haar onze mening kunnen dan beter daar de prioriteiten gelegd worden en de andere werkzaamheden verschoven worden tot na de maand mei. Bij de bedevaartgangers naar Zegge zijn evenwel vele gehandicapten en zieken. Daar wat meer begrip voor op te brengen ware zeker op zijn plaats. Ook voor hetgeen de Zeggenaren en de bedevaartgangers gevoelsmatig voor ogen staat. Ik betreur dat de wethouder daar iets anders over denkt. Ik hoop dat het college in voldoende mate voorziet in de nodige maatregelen om een en ander op een passende wijze op te lossen. Ik doe hierbij afstand van andere emotionele reacties vanuit het kerkdorp Zegge. Ik zie graag van beide kanten een stuk respect. De heer VROEGRIJK: Ik ben het eens met het betoog van de heer Ermen. Wel wil ik nog stellen dat wanneer Gemeentewerken het zo druk heeft men beter elders werkzaamheden had kunnen aanpakken om dan in Zegge na de meimaand te beginnen. Het gevoelsmatige aspect mag toch zeker ook wel meespreken. Ook de jaarlijkse kermis die in deze tijd wordt gehouden zou een reden tot verschuiving van de werkzaamheden kunnen zijn. Ik hoop dat de nodige maat regelen genomen worden om de kapel goed te kunnen bereiken. Vooral mensen die slecht ter been zijn en andere hulpbehoevenden moeten "vlak voor de deur" afgezet kunnen worden. Soms kan men wel 150 fietsen tellen bij de kapel en ga zo maar door. Daarom mijn vraag: is de kapel voor deze cate gorie mensen gemakkelijk bereikbaar? VOORZITTER: Ik aarzel even om de heer Marijnissen het woord te geven. Hij heeft namelijk schriftelijke vragen (art. 38 reglement van orde) gesteld over dit onderwerp. Op mondelinge vragen krijgt men antwoord en eigenlijk is er dan geen tweede termijn. Ik ben daar wel soepel in maar het moet niet ontaarden in een discussiepunt. Dan moet men een interpellatie aanvragen conform het reglement van orde. Maar nu het een wat emotioneel onderwerp is, wil ik de heer Marijnissen wel toestaan het woord te nemen. Ik vind het jammer dat deze zaak in de emotionaliteit is getrokken. Volstrekt onterecht. Zo ook de brief van de P.S.C.C. vanuit Zegge die naar het college is gezonden en waarin wordt gesteld "dat grote groepen mensen toch al sterk afnemende belangstelling en waardering voor het bestuurlijk handelen van het college hebben zowel in politiek als in sociaal opzicht" zonder daarvoor enige aanwijzingen te geven, dat is iets wat ik niet kan begrijpen. Daar wordt volstrekt niet gesteld wat er fout is. Ik ben tweemaal in Zegge geweest. Ik kon overal komen, ik moest alleen 20 meter verder lopen. Dat kan ik niet onbereikbaar noemen. De heer MARIJNISSEN: Het is niet de gewoonte om een schriftelijke vraag (art. 38 reglement van orde)nog eens kracht bij te zetten met een monde linge vraag (art. 37 reglement van orde) zoals het CDA heeft gedaan. Dank dat ik er toch de gelegenheid voor krijg. Ik ben in mijn brief die naar het college is gestuurd heel duidelijk ge weest in mijn argumentatie. De werkzaamheden zijn inderdaad noodzakelijk. Maar een jaar telt 12 maanden. Als het dan zo druk is bij Gemeentewerken dan had de planning toch wel buiten de meimaand kunnen vallen. Wanneer het, college dit alles vooraf had geweten zou het niet zyn gebeurd. Het college moet deze fout dan ook maar eerlijk bekennen. Het wordt door een aan tal groeperingen wel in het emotionele getrokken maar er gaat wel wat om in dat kleine plaatsje Zegge in de meimaand. Dat moet het college begrijpen. Het gaat niet in de eerste plaats om de gezonde pelgrims maar om de grote groep pelgrims die door handicap of invaliditeit niet kunnen doen wat wij gelukkig nog wel kunnen.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1985 | | pagina 44