-8-
De nota is, zoals al eerder gezegd, geen echte beleidsnota maar een zuiver
informatief stuk. Wij missen een positiebepaling en het hele stuk eindigt
dan ook met een open formulering. Dat is jammer. We hadden graag van het
college een visie gezien met duidelijke beleidsuitgangspunten waarover de
raad had kunnen discussiëren.
De heer LUIJKXs In de nota, ons toegezegd bij de begrotingsbehandeling,
missen wij een duidelijk standpunt inzake de nieuwe Wet Gemeenschappelijke
Regelingen. Algemeen Belang had liever een nota gezien die meer was gericht
op de koers die de gemeente wil varen. De nota beperkt zich tot enkele aan
dachtspunten. Een van die punten is of het Streekgewest een intergemeente
lijk overleg orgaan móet blijven of dat er op bepaalde terreinen sprake
moet zijn van een doe-orgaan. Bij het al dan niet meewerken aan bepaalde
gemeenschappelijke regelingen zal steeds het belang van de gemeente door
slaggevend moeten zijn. Een doe-orgaan moet geen uitgangspunt zijn, slechts
dan wanneer het gemeentelijk belang dat noodzakelijk maakt. Algemeen Be
lang wil één van de hoofdlijnen van rijksbeleid duidelijk onderschrijven:
er moet geen vierde bestuurslaag komen.
De heer MARIJNISSEN: Bepaalde samenwerkingsverbanden zullen beslist beter
tot hun recht komen binnen de nieuwe wet. Beleid en uitgaven zullen beter
gecontroleerd kunnen worden. Ook de RVP wil er voor waken dat er een vier
de bestuurslaag komt. De RVP is tevreden over de informatie middels deze
nota. We zullen deze nota gebruiken bij een nadere uitvoering van de wet.
De heer ERMEN: Het CDA is blij met deze nota in het vroege voorjaar. Wij
zijn een van de eerste gemeenten die nadrukkelijk aandacht schenken aan
nieuwe vormen van samenwerking. In december 1984 heeft het CDA dit in de
raadsvergadering ook al aangekaart. In grote lijnen vinden wij de CDA-
visie in de nota terug. Met de heer van Miert is het CDA het eens dat er
nog geen beleidsbepaling plaats vindt maar wel informatief heel duidelijk
een standpunt wordt ingenomen, dat straks mogelijk een punt van discussie
kan zijn.
Wij willen nadrukkelijk zeggen dat regelingen zodanig tot stand moeten wor
den gebracht dat in ieder geval de gemeenteraad tijdig een echte invloed
kan uitoefenen binnen het samenwerkingsverband. Het CDA sluit zich aan by
de centrale uitgangspunten op pagina 3 van de nota verwoord. Bij elke re
geling van samenwerking moet de juiste vorm gekozen worden en bij voorbaat
moet niet alles aan één kapstok worden opgehangen. Bij elke aan te gane
gemeenschappelijke regeling moet de financiële consequentie op korte- en
vooral op langere termijn van tevoren besproken en behandeld worden. Ik
verwijs in dit kader op de discussie rondom het Regionaal Werkgelegenheids-
Instituut; ook op de discussies inzake mogelijke realisering van basisedu
catie en rondom de regionale volkshuisvestingscommissie, aldus de heer
Ermen.
De heer BOEREN: We hebben uitgebreid van deze nota kennisgenomen.We zijn
het er over eens dat in deze nota geen duidelijke beleidsvisie naar voren
komt.Maar het college zegt ook aan het slot van de nota: Wel of niet een
nieuwe samenwerkingskoers? Deze vraag kan onze gemeente niet alleen beant
woorden.
De Vrije Lijst vindt ook dat we er voor moeten waken dat er een vierde be
stuurslaag komt. Er moet een niet al te sterke bundeling komen.
VOORZITTER:
Wij zijn - zoals de heren van Miert en Ermen ook stelden - een van de eer
sten die een dergelijke nota hebben uitgebracht. De nota heeft de bedoeling
de raad de nodige informatie te verschaffen over de nieuwe wet en bevat te
vens een aantal beleidsuitgangspunten. Overleg met het Streekgewest heeft
niet plaats gehad maar dat was naar onze mening ook niet nodig.
De heer van Miert wijst er op dat deze nota zou suggereren als ware het
Streekgewest alleen maar een intergemeentelijk overlegorgaan. Het is -
zoals hij zegt- ook een doe-orgaan.
De taakomschrijving van het Streekgewest - oorspronkelijk - wijst overdui
delijk in de richting van een overleg-orgaan.
Het Streekgewest heeft als taak: