-5-
Krediet riole- Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet van ƒ.1.465.000.= voor
ring buitenge- de aanleg van riolering in het buitengebied van Rucphen, Schijf, St.Wil-
bied - fase 2. lebrord en Zegge - fase 2 19 wijziging 1985).
De heer GABRIELS: In de commissievergadering openbare werken heb ik ge
steld in de raadsvergadering terug te komen op dit voorstel «Wij hebben
geen bezwaar tegen het voorstel als zodanig.Wel tegen de wijze van aan-
besteding.Al meerdere malen hebben wij dit ter sprake gebracht. Wij vinden
het geen goede zaak wanneer slechts één aannemer het monopolie heeft.
Meerdere aannemers uit onze gemeente moeten de kans krijgen. Voor het on
derhavige project noem ik o.a. de aannemers de Bruijn, Maas en Jongmans.
Bij inschakeling van deze aannemers zou ongetwijfeld een lagere aannemings
som verkregen zijn. De Vrije Lijst wil geen openbare aanbesteding maar een
onderhandse aanbesteding met meerdere kanshebbers. Nu heeft één aannemer
het monopolie. Dat is een kwalijke zaak. Het heeft veel weg van vriendjes
politiek.
(Na een hamerklop) VOORZITTER: IJ moet waar maken wat U zegt anders moet
IJ dit woord terugnemen.
De heer GABRIEIS: Dat zal ik waar maken. Ik heb al vele malen gevraagd om
meerdere aannemers.
VOORZITTER: Dan is het geen vriendjespolitiek. U moet met bewijzen komen.
Het feit dat U het meerdere malen vraagt betekent dat U Uw zin niet krijgt
maar dat wil niet zeggen dat het vriendjespolitiek is.
De heer GABRIEIS: Ik zei ook dat het er de schijn van heeft.
VOORZITTER: als U dat zo formuleert, akkoord.
De heer GABRIEIS: Wethouder Verpaalen stelt in de commissievergadering dat
fa. Oomen ver onder de prijs zit van de begroting, opgesteld door de Hei-
demy. De Heidemy begroot met ruim 20^ er op. Wanneer een aannemer daaron
der zit verdient hij nog goud. Er zijn meerdere mensen tegen de huidige
manier van aanbesteden. Ik verwijs het college naar het schrijven van col
lega Roks.
De heer SCHIJVEN: In het voorstel wordt gesproken, voor wat de afbouwrege
ling betreft, over een percentage van 80,60,40 en 20. Uit een persbericht
van het Ministerie van Financiën van 7 januari 1985 meen ik te mogen op
maken dat voor nieuwe aansluitingen, waarvoor reeds privaatrechtelijke
overeenkomsten zijn afgesloten véér 1 augustus 1985, toch 10Cf/o wordt uit
gekeerd door het rijk.
Het is de RVP verder opgevallen dat in het voorstel niet is opgenomen de
aanleg van riolering in het verbindingsstraatje tussen de Emmastraat en
de Irenestraat, terwijl het ons bekend is dat de bewoners daar allemaal
hebben bericht aangesloten te willen worden. Waarom is dat stukje niet
in de tweede fase opgenomen?
De heer MARIJNISSEN: Aansluitend op hetgeen de heer Schijven heeft ge
zegd wil ik opmerken dat op de tekening die ter inzage ligt ten aanzien
vanaansluitingen in Zegge, opgenomen is de Heistraat en de Bosschenhoofd-
sestraat maar dat op die tekeningen voor genoemde straten geen enkele aan
sluiting is geprojecteerd. Hebben de desbetreffende bewoners van die stra
ten geen behoefte aan aansluiting of willen ze niet aansluiten? Wanneer
dit het geval is is het een overbodige zaak daar riolering aan te leggen.
Of zijn de gegevens van de enquete nog niet geheel verwerkt op de teke
ning? Bij de andere straten staat namelijk met stippen precies aangegeven
welke huisnummers een aansluiting wensen.
De heer LUIJKX: Algemeen Belang gaat akkoord met het voorstel. Overeen
komstig ons verzoek is de eenmalige bijdrage voor aansluitingkosten, even
als in fase 1, gesteld op 275>=«
De heer ROKS: Mijn standpunt heb ik kenbaar gemaakt in mijn brief van 15
maart 1985. Ik zie het schriftelijk antwoord daarop met belangstelling
tegemoet.
De heer VR0EGRIJK:De aanleg van deze riolering in het buitengebied moet
als een buitenkansje worden beschouwd. Zowel voor de gemeente als voor de
genen die de gelegenheid krijgen aan te sluiten.Het bedrag dat als éénma-