beroepskracht zijn eigen inbreng heeft geleverd, vandaar die papierlawine. De constatering van het CDA. is juist wanneer men stelt dat de basisvoorzie ning is uitgebreid met een basisfunctie en dat daarnaast via de heroverwe gingsnota is toegevoegd de basissubsidie. Dat is een goede tegemoetkoming om verder te kunnen. Verder zijn er voor de toekomst openingen om de basis functie gerichter taakstellend in te vullen. Daar heeft het CDA om gevraagd. Men moet wel een duidelijk onderscheid maken tussen basisfunctie en de extra probleemgerichte inzet. Wat de procedure betreft: hiervan is reeds gezegd dat de datum van 1 juli niet eindig is en dat de werkplannen nog kunnen worden ingediend tot 1 sep tember 1985» Geen afbouw van het emacipatiewerkzoals het CDA stelt, maar inbouw in de basisfunctie. De recreatie wordt niet eng bezien.Ik wijs op het feit dat subsidie wordt verleend in de huisvestingskosten van alle activiteiten, ook de recreatieve. Daarnaast bestaat de mogelijkheid van een basissubsidie voor de standaard activiteiten. Doelgerichte subsidies komen inderdaad niet zomaar uit de lucht vallen, want die steunen op een landelijk prioriteitenbeleid. Het Rijk eist van de gemeente dat de bijdrage hieraan besteed wordt. Het betekent echter niet dat de gemeente geen eigen beleid kan voeren.De gemeente is niet verplicht de maximale financiële mogelijkheden die het Rijk biedt in te willigen. Met de heer Vroegrijk ziet ook het college het programma 1985 als een over gangsprogramma met eventuele bijstelling in de komende maanden. Wat de initiatieven van de vrijwilligers betreft, daarover heb ik me in de commissievergaderingen duidelijk uitgesproken. Duidelijk is daar gesteld wat een en ander inhoudt. De doelstellingen van de rijksbijdrageregeling Sociaal Cultureel Werk zijn integraal opgenomen als gemeentelijke doelstellingen in het sociaal-cultu reel plan. Uit de verslagen van de verschillende commissievergaderingen is te lezen hoe uitvoerig het college daarbij heeft stilgestaan. Initiatie ven kunnen worden opgepakt door de vrijwilligers.Beroepskrachten worden niet terzijde gesteld maar een en ander moet wel via het bestuur lopen. Thans kom ik aan de beantwoording van de bewuste brief waarop ik al eerder heb geduid. Alle raadsleden hebben van de vrijwilligers van het jeugdwerk Sprundel een laatste oproep gekregen om hen niet in de steek te laten. Het verbaast me zeer dat juist vrijwilligers deze oproep doen. Het gemeentebeleid en het programma kent als vertrekpunt dat vrijwilligers meer ruimte krijgen. Ze krijgen meer verantwoordelijkheid voor een aantal zaken. Men spreekt in de brief over afbouw van jeugdwerk, voor mij een onbegrijpelijke zaak.De gemeente biedt namelijk mogelijkheden voor goed jeugdwerk.Wij stellen ge bouwen beschikbaar waarin ruim gesubsidieerd wordt. Het jeugdwerk krijgt in ieder dorp een vast aantal uren beroepsmatige begeleiding, met name be doeld om vrijwilligers te ondersteunen, de zg. basisfunctie jeugdwerk. Daarnaast kan het jeugdwerk in ieder dorp nog extra uren krijgen als pro bleemgerichte beroepsmatige inzet zo de werkplannen daartoe aanleiding ge ven en de plannen voldoende aansluiten bij de door de gemeente erkende jeugdraden als organisatie voor met name het open ongeb<$Len jeugd- en jonge» renwerk. De gemeente verstrekt activiteitensubsidie en biedt financiële mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering en kadervorming van vrijwil ligers. Een zeer teer punt is het stuk(pamflet) waarmee wij vanavond zijn gecon fronteerd. De toename van het aantal ambtenaren, waarover het stuk rept, heeft niets uit te staan met de beleidsontwikkeling van het jeugdwerk maar heeft alles te maken met het gegeven dat de gemeente als gevolg van de decentralisatie van overheidstaken meer taken heeft toebedeeld gekregen. Een van die taken van het beleid is de beheersing van de agogische sector. Ik kan best begrijpen dat vrijwilligers hun beroepskrachten zoveel mogelyk willen behouden0 De intentie van de gemeente is ook om elk dorp een werk bare basisfunctie toe te kennen. Maar agogische werkers moeten op de eer*- ste plaats ingezet worden voor taken waarvoor ze zijn opgeleid en inge-

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1985 | | pagina 24