I=g=. ao- bï 90tta.aQ" :s<u*88«- 5 -9 I'lOV nf>m90rt9r* 9X8 i—05 las Bo^taad" :ni K isr.x -9d 119'"ow Bieeinioo r® nalu+onabfl 1 ?x'; ."%»oc ,£8£I t9''ol^o 5? O'T Als het College met een nieuw voorstejymoet het oude dus niet meer deugen. Mijn vraag is dan ook wat er tegen het oude systeem is. Bij dit oude systeem geldt dat 'de vervuiler betaalt'. Meer afval betekent meer zakken. Wij vinden dat milieubewuste mensen niet behoeven te be talen voor niet-milieubewuste mensen, aldus de heer Vissenberg.^ De heer VAN GINNEKEN: In de betreffende commissies hebben wij duidelijk te kennen gegeven akkoord te gaan met Uw voorstellen. Vooropgesteld dat ook de R.V.P. de tarieven zo laag mogelijk wil houden, menen wij dal het beleid, .zowel voor de burgerij als voor de gemeente, er op gericht dient te zijn dat op basis van een redelijke lastenverdeling het dekkingspercentage wordt bijgesteld. Derhalve vinden wij de door U voorgestelde tarieven alleszins redelijk. De heer LUIJKX: Geheel akkoord met de voorstellen. De heer ERMEN: Wij plaatsen een aantal vraagtekens bij dit voorstel omdat de verhoging stellig te fors is uitgevallen. Wel wil het C.D.A. duidelijk stellen dat het met Uw College van mening is dat het dekkings percentage omhoog moet, mede om vervelende financiële consequenties te vermijden. Ondanks tariefsverhogingen in voorgaande jaren is het dekkingspercentage teruggelopen hetgeen met name Je wijten is aan de stijgingen van de uitgavenkant. Deze uitgaven zijn in vijf jaar tijd maar liefst verdubbeld. We pleiten daarom zondermeer voor een sterkere kostenbewaking. d Wij betreuren het dat het principe van ^vervuiler betaalt met Uw voor stel in de kou komt te staan. U stelt "dat differientatie naar de ma te waarin van de dienst gebruik wordt gemaakt ongeoorloofd is". Wy betwijfelen de juistheid van deze conclusie omdat 1artikel 62 van de Afvalstoffenwet uitgaat van het feitelijk gebruik van het perceel en 2)ïï Uw conclusies mede baseert op grond van de wetsgeschiedenis; en niet op de wet-sec (zie hierover de circulaire van 16 februari \9Q2)0 Het C.D.A. stelt voor dit onderwerp ter afhandeling uit te stellen ten einde een en ander zorgvuldiger te kunnen overwegen. Als Uw Col lege niet bereid^tot uitstel van behandeling zal onze fractie - afhan kelijk van Uw antwoord - overwegen alsnog een globaal tegenvoorstel ih te dienen. VOORZITTER: Ik beschouw het voorstel van de heer Ermen om ons voorsteJ aan te houden als een voorstel van orde. Dit wordt dus eerst behan deld. Het College geeft nadrukkelijk in overweging het voorstel van de heer Ermen niet te aanvaarden omdat wy afhankelijk zijn van de goed keuring van de hogere overheid. Dat gaat enige tijd kosten. Ook orga nisatorisch moet een en ander geregeld worden. Uitstel tot de oktober vergadering leidt ertoe dat niet meer per 1 januari 1984 met de nieu we regeling gestart kan worden. De meerderheid van de raad voelde niets voor uitstel. Alleen de heren Ermen, Konings en van Miert waren voor uitstel. Het voorstel van de heer Ermen was daardoor verworpen. De voorzitter bracht hierna het voorstel van het College weer ter discussie. De heer ERMEN: Wij betreuren het dat we niet de kans krygen om tegen over het nieuw in te voereïi systeem een reëler systeem in te bouwen en die twee dan tegenover elkaar af to wegen. In de oktober-vergade- ring zouden wij dan met een meer verfijnde en nauwgezette uitwerking van ons tegenvoorstel kunnen komen. Nu ons dat onmogelijk wordt gemaak. komen wij nu met slechts een globaal tegenvoorstel. Het is dus geen uitgewerkt systeem. Het is teleurstellend voor ons dat we de gelegen- daartoe in deze raad niet krijgen. Vervolgeris reikte de heer Ermen aan het College en de raadsleden zyn globaal tegenvoorstel uit. De heer VAN OVERVELD: Ik heb wel enige moeite met Uw voorstel. Wy zul len onze goedkeuring eraan evenwel niet onthouden. Wel heb ik de vol- gende opmerkingen. Voor onze werklozen en minima-trekkers zal de ver-

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1983 | | pagina 97