Wat het aanbrengen van wijziging in de samenstelling van de commissies,
het opsplitsen daarvan en het instellen van nieuwe betreft, zijn wij
- en dat is de heer Ermen voldoende bekend - vrij teru^ioudend. Wij
denken daarbij in het algemeen in termijnen van enige jaren.
Naar aanleiding van de uitlating in bedoelde commissievergadering
zal het College echter ook over dit facet zijn gedachten laten gaan
en zo nodig te zijner tijd met een voorstel in de raad komen.
Niets meer aan de orde zijnde, sloot de voorzitter de vergadering met
het gebruikelijke gebed.