Wat het aanbrengen van wijziging in de samenstelling van de commissies, het opsplitsen daarvan en het instellen van nieuwe betreft, zijn wij - en dat is de heer Ermen voldoende bekend - vrij teru^ioudend. Wij denken daarbij in het algemeen in termijnen van enige jaren. Naar aanleiding van de uitlating in bedoelde commissievergadering zal het College echter ook over dit facet zijn gedachten laten gaan en zo nodig te zijner tijd met een voorstel in de raad komen. Niets meer aan de orde zijnde, sloot de voorzitter de vergadering met het gebruikelijke gebed.

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1983 | | pagina 80