sie in deze rgad opnieuw ter tafel brengen. Het gaat daarby om het volgende: Uw toelichting op deze overgangsregeling kent de volgende passage: "Indien er als gevolg van de nieuwe rijksbezuinigingen tus sentijds kortingen plaatsvinden op de rijksbijdrage zal met de instel ling overleg worden gevoerd. Als uitgangspunt zal daarbij gelden het tot nu toe bij rijks ombuigingen door de gemeente ingenomen stand punt." Het C.D.A. vertaalt dit in "brievenbus-politiek". Het is U bekend dat wij daar geen voorstander van zijn, omdat de raad zo zijn eigen gezicht niet toont en de "Zwartepieten" doorschuift naar een hoger overheidsniveau. Graag vernemen wij het standpunt van de andere fracties aangaande dit financiële uitgangspunt met betrekking tot het Algemeen Maatschappelijk Werk. Wij nemen aan dat punt 8 van deze regeling een louter formele zaak is, omdat de betreffende instelling binnen de vastgestelde formatie een eigen beleid kan voeren, merkte de heer Ermen aan het slot van zijn betoog op. VOORZITTER: By het doorvoeren van bezuinigingsmaatrgelen in onder meer de welzijnssector, zoals kortingen op de rijksbijdragen, neemt het Ryk als algemeen uitgangspunt in dat de ombuigingen niet beogen uitgaven af te wentelen op de gemeenten, doch de uitgaven te ver minderen van instellingen (in onze gemeente de Pastoor Bastiaansen— stichting) waarvan het werk wordt gefineerd op basis van een rijks bijdrage re geling Ten aanzien van door het Rijk getroffen en nog te treffen bezuini gingsmaatregelen zijn wij van mening dat in principe deze bezuini gingen op de betreffende sector (welzijn, onderwijs, bibliotheek voorziening e.d.dienen te worden afgewenteld, tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten c.q. de noodzakelijk geachte uit gaven door besparingen elders kunnen worden gevonden. Het gaat in het algemeen niet aan de door het Rijk noodzakelijk geachte ombui gingsmaatregelen naast zich neer te leggen, aangezien er dan van een beperking van de overheidsuitgaven in zijn totaliteit geen spra ke is. Een en ander wil niet zeggen dat alle bezuinigingsmaatregelen van het Ryk onverkort moeten en kunnen worden doorgevoerd. Per sector, per onderdeel enz. zal moeten worden bezien of afwenteling van be paalde uitgaven maatschappelijk nog wel verantwoord is te achten. Binnen de steeds schaarser wordende beschikbare middelen zullen keuzen moeten worden gemaakt, welke wellicht pijnlijke gevolgen zul— lèn hebben. Dat niet alle bezuinigingsmaatregelen van het Rijk onverkort worden doorgevoerd is ten aanzien van het Algemeen Maatschappelyk Werk reeds vorig jaar gebleken. De korting op de rijksbijdrage voor het Algemeen Maatschappelyk Werk bedroeg voor 1982 rond ƒ7.000,=, ter wijl, na overleg met de Pastoor Bastiaansenstichting, slechts ƒ2,000,= werd doorberekend. Ook nu wordt ten aanzien van de begroting 1983 van het Algemeen Maatschappelyk Werk voorgesteld deze korting op ƒ2.000,= te handhaven. Voor het jaar 1984 is weer een korting van ruim 5% op de rijksbijdrage aangekondigd. Met de Pastoor Bastiaansen stichting zal hieromtrent overleg worden gevoerd. Dus er is zeker geen sprake van "brievenbus-politiek". Enerzijds vdgen we de van rijkswege gegeven richtlijnen, maar anderzijds passen we, waar mogelijk, toch aan, aldus de voorzitter. De Vrije Lijst, de Rucphense Volkspartij, Het Algemeen Belang, de V.V.D alsmede de fracties Vroegrijk en van Overveld verklaarden hierna nog eens de zienswijze van Burgemeester en Wethouders te delen en akkoord te gaan met het voorstel. De heer ERMEN: Wij zyn, zoals bekend, niet voor de gedragslijn zoals door het College in het voorstel weergegeven. Wy willen zelf prio riteiten leggen en daar zelf verantwoordelijkheid voor dragen. Bly zyn we wel met de kleine opening: "tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten".

Raadsnotulen

Rucphen: december 1949-1998 | 1983 | | pagina 71